Het groene gras van Slavenburg & Huyser

30 juli 2019

Dit jaar viert Slavenburg & Huyser, cargadoor en logistiek dienstverlener, zijn zeventigjarig jubileum. Al sinds 1949 brengt het bedrijf verladers en reders bij elkaar, al doen ze inmiddels veel meer dan dat. Nog altijd vanuit het centrum van Rotterdam, met een steeds wijder groeiend netwerk én een zee aan nieuwe mogelijkheden door de digitale revolutie, blijft Slavenburg de wereld ontdekken.

Het eerste kantoor huisde in de Glashaven. Het tweede aan de Maasstraat. Met tussenstops aan de Van Vollenhovenstraat en de Westersingel, heeft Slavenburg sinds 1989 een thuishonk aan het Vasteland.

Wie het kantoor betreedt, en het geluk treft facilitair manager Joop Bekker tegen het lijf te lopen, valt met zijn neus in de boter. In de gang die richting de vergaderruimte leidt, hangen foto’s uit de beginjaren van Slavenburg & Huyser. We zien Thijs Slavenburg jr., die het bedrijf samen met zijn compagnon oprichtte, in zijn kantoor zitten. “Dit was nog aan de Maasstraat”, denkt Bekker hardop, wijzend op de foto. Zeker weten doet hij het niet; met bijna veertig dienstjaren op de teller is hij weliswaar de oudgediende van het bedrijf, maar dit was voor zijn tijd. Een andere zwart-witfoto toont een schip dat gelost wordt. Kamelen dragen de bagage. “Egypte!”, zegt Bekker, ditmaal zeker van zijn zaak. “Bijzonder om te zien he?” In de beginjaren had het bedrijf al een drieduizendtonner in charter genomen die als lijndienst naar Alexandria en Istanbul werd ingezet.

Bonentransport

Slavenburg is trots op de geschiedenis, dat wordt al snel duidelijk. Maar niet half zo trots als op het team: Directeur Leo Poot, die we in de grote spreekkamer aantreffen, doet het interview vandaag dan ook niet alleen, want evenmin doet hij het werk alleen, zo legt hij uit. Aan tafel schuiven finance director Jan Spruyt, importmanager Stephan Ouwerkerk en exportmanager André Snijder.

“De kracht van ons bedrijf zit ‘m in de mensen”, zegt Poot. “We hebben weinig personeelsverloop en mensen krijgen echt de kans om te groeien in het bedrijf.” Dat verklaart ook het relatief jonge managementteam. Poot: “Met z’n allen onderzoeken we elke dag hoe dingen beter, sneller en efficiënter kunnen.”

Maar voordat we in het heden duiken, nemen we nog een snel kijkje in de geschiedenis van dit oer-Rotterdamse bedrijf. Het was Thijs Slavenburg jr., destijds werkzaam bij KLM, die in 1949 in contact kwam met een Hongaars bedrijf dat geïnteresseerd was in bonentransporten met overlading in Rotterdam. Slavenburg ontmoette vervolgens scheepvaartman Joris Huyser en de zaken konden van start gaan.

De verhuizing naar de Maasstraat is wellicht één van de betere zetten geweest. Aan de overkant van de Nieuwe Maas lagen destijds de grote passagiers- en vrachtschepen van de Holland Amerika Lijn. Voor bemanning, passagiers en hun familieleden voer een pont tussen Katendrecht, H.A.L. en de Willemskade, waardoor de middenstand en de horeca goed kon floreren. Ook voor de cargadoorsbedrijven was de tijd gunstig: de wederopbouw van West-Europa bracht met zich mee dat enorme stukgoedpakketten vervoerd moesten worden. De zaken van Slavenburg & Huyser breidden al snel uit met het agentschap van de Sutcliff Line tussen Rotterdam en Grimsby en die van de Turkse en Egyptische staatsrederij.

Van deur tot deur

Met de tijd zou Slavenburg lijndiensten over de hele wereld vertegenwoordigen; van Afrika en Europa tot Zuid-Amerika en het Midden-Oosten. Vandaag ligt de voornaamste focus op China, de Middellandse Zee en India in het bijzonder, vertelt Poot.

“Wij brengen ladingen en rederijen bij elkaar”, vat hij de focus van Slavenburg eenvoudig samen. “Alle soorten ladingen; van gekoelde ladingen tot gevaarlijke stoffen, projectladingen…” Maar een echte cargadoor, dat is Slavenburg niet meer: “Vroeger gingen we van haven tot haven. Dan wilde een bedrijf een lading in Egypte hebben en zorgden wij dat het van de Rotterdamse haven naar de haven in Egypte kwam. Nu willen wij de klant van deur tot deur bedienen. Dat is wat wij noemen ‘expeditie’. Besloegen die expeditie activiteiten vroeger tien procent van ons werk, nu is dat zo’n zeventig procent.”

Daar was dan ook nadrukkelijk vraag naar, stelt Stephan Ouwerkerk. “Klanten willen ontzorgd worden. Wij bieden een compleet plaatje aan. Van het boeken van een container tot al het papierwerk, vergunningen, toeslagen en de afhandeling in de haven.”

Niche

Een vraag vanuit de klant, maar ook gedreven door een verandering in de markt, stelt Poot. “Steeds meer grote en groeiende rederijen begonnen op een gegeven moment eigen kantoren in de grote havens en regelden hun eigen bevrachting. Dat nam veel business voor ons weg. Hoe onderscheid je jezelf dan? De medium-sized rederijen kunnen we wel vertegenwoordigen, dat is onze niche. We onderscheiden ons door bijzondere ladingstromen én door klanten volledig te ontzorgen.”

Jan Spruyt luistert aandachtig en neemt dan het woord: “Vergelijk het met de reisbranche. Een reis boek je tegenwoordig heel makkelijk online, maar wil je een speciale rondreis met de hele familie, dan ga je toch liever naar een reisbureau. Die zoekt alles uit en jij betaalt aan één partij.” Zo gaat dat ook in logistiek, meent hij: “Iedere klant kan een container boeken bij bijvoorbeeld Maersk, maar wij regelen alles met de douane, zorgen dat alle heffingen, toeslagen en verzekeringen betaald zijn en dat alles goed geregeld is. En omdat we het op grote schaal doen, zorgen we voor een scherpe prijs.”

Om te zorgen dat alles reilt en zeilt, heeft Slavenburg wereldwijd agenten zitten. Eens per jaar komt iedereen samen, elk jaar op een ander continent. André Snijder: “Dan bespreken we wat er speelt, wat voor verbetering vatbaar is. Dat is leuk, maar ook nuttig. We willen immers dat onze richtlijnen overal opgevolgd worden. Denk bijvoorbeeld aan de reageertijd op e-mails van klanten; die moet in Dubai of India hetzelfde zijn als hier in Rotterdam. Het is belangrijk om een vinger aan de pols te houden. Als ik voor mijn werk op reis ben, probeer ik het altijd te combineren met een bezoek aan de agenten in de omringende landen.”

Waar hangt de container uit?

De digitale revolutie biedt ook voor Slavenburg & Huyser nieuwe kansen. Poot: “Daar zetten we volop op in. Nu wordt er nog veel gemaild; dat gaat dan via via, er moeten vaak dubbel gegevens worden ingevoerd… Binnenkort kan een klant middels een inlogcode een boeking in ons systeem plaatsen die hij dan vervolgens via een app kan volgen.”

“Nieuwe generatie scheepvaart mensen doen alles alleen nog maar online”, vult Snijder hem aan. “Daar moet je in mee, anders mis je de boot. Hopelijk draaien we eind april 2019 de eerste pilots met ons nieuwe systeem waarbij we dan digitaal en papierloos gaan werken.”

Saint-Tropez

Het is niet gek om te zeggen dat die digitale revolutie ervoor gezorgd heeft dat Slavenburg nog altijd in het centrum van Rotterdam gevestigd is. “Hier zaten vroeger alle scheepsvaartkantoren”, zegt Poot. “De meesten verschoven naar Waalhaven, Rhoon en Poortugaal. Wij hebben ook even op een kantelpunt gezeten, maar doordat alles meer en meer elektronisch ging, hoefden we steeds minder naar de douane en aan boord van schepen. We kunnen bij wijze van spreken in Saint-Tropez zitten!”

Maar liever Rotterdam dan Saint-Tropez, als we de mannen mogen geloven. “Met een verhuizing hoef je bij het personeel niet aan te komen”, lacht Snijder. En waar Rotterdam vroeger nog ‘saai’ en grauw was, is de stad nu bruisend en hip, met alle restaurants, musea en recreatie- en uitgaansgelegenheden.

Spruyt, die zelf uit Antwerpen komt, verwoordt het treffend: “Rotterdam is er klaar voor, voor alles. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de haven: er is een geweldige infrastructuur, de grootste containerschepen kunnen in Rotterdam behandeld worden – dat is in Antwerpen lastiger doordat zij over de Schelde moeten varen. Er is een goede achterlandverbinding middels spoor en barge transport.”

Poot vult zijn collega aan: “En dan heb je het nog niet eens over het uitgebreide netwerk aan ondergrondse pijpleidingen waarmee onder meer olieproducten en chemicaliën binnen Nederland, België en Duitsland vervoerd worden!”

Toekomst

Ondanks haar zeventigjarige leeftijd voelt Slavenburg & Huyser zich zeventig jaar jong, aldus Poot, en het bedrijf is klaar voor de toekomst. “De laatste tien jaar hebben wij elk jaar een gemiddelde groei van tien procent weten te realiseren. We gaan ons nu weer op nieuwe bestemmingen focussen, voornamelijk op de USA en Canada. We kunnen niet op alle continenten tegelijk springen, maar nu de zaken in Azië en India goed op de rails staan, is de tijd weer rijp.”

Tot slot, wat is het geheim van zeventig jaar groei en succes? “De cultuur”, denken Snijder en Ouwerkerk. “We doen onderling veel leuke dingen. Zeilen, borrels – we hebben onlangs een ontspanningsruimte geopend in het kantoor, met onder anderen een dartboard, playstation en tafelvoetbal.”

Maar vooral biedt Slavenburg de jongere garde kans om te groeien in het bedrijf en dát heeft een relatief jong en fris managementteam opgeleverd. Snijder: “Wat zeggen ze ook alweer altijd? Het gras is altijd groener bij de buren…” Ouwerkerk: “Tot je erop zit! En wij zitten op het groene gras.”

Tekst

Karin Koolen

Beeld

Chris Bonis

Meer artikelen

Als gastheer van Rotterdam wil ik de haven graag met de stad verbinden

30 juli 2019

Hard werken, mouwen opstropen en anders kijken. De dingen die Herman Hell, eigenaar van Hell’s Kitchen Horeca Groep, uit zijn jeugd in de haven meekreeg,...

Lees het hele artikel

Hard(t)@work: met liefde voor het familiebedrijf

30 juli 2019

Ilonka Poldervaart (29) en Denise Prins (35) werden vier jaar geleden verrast met een belangrijke vraag van hun vaders: willen jullie ons bedrijf voortzetten? Henk...

Lees het hele artikel