De oceaniumboot van diergaarde blijdorp

20 september 2018

Gemiddeld twee keer per maand vaart schipper Willem Lodder (66) met de HaaiBaai, een voormalige melassetanker, naar Europoort om daar vers zeewater op te halen voor het Oceanium van Diergaarde Blijdorp. “Als ik naar die visjes kijk ben ik best wel trots; al die liters water die je hier ziet heb ik hiernaartoe gevaren.”

In totaal circuleert er zo’n 8,4 miljoen liter water in het Oceanium – dat is inclusief de ijsberen – en wekelijks wordt er ongeveer 600.000 liter ververst. Dat water wordt door containerschepen van MAERSK aangevoerd vanuit de Westelijke Atlantische Oceaan.

In de aanloop naar de bouw van het Oceanium was de grote vraag: hoe komen we aan zulke hoeveelheden zeewater? Water uit de Noordzee was niet schoon genoeg. Zelf zeewater maken door het oplossen van zeezout in leiding- of welwater bleek te duur en te bewerkelijk en de aanvoer met tankwagens over de weg was onbetaalbaar. Even leek het uit de grond oppompen nog een optie; op zo’n tweeduizend meter diepte bevindt zich in de nabijheid van Diergaarde Blijdorp namelijk een aardlaag die voldoende zout water bevat. De kwaliteit daarvan bleek bij nader inzien echter ongeschikt. Uiteindelijk bleef alleen de optie ‘aanvoer per schip’ over. Na de voltooiing van het Oceanium werden aanvankelijk gewone binnenvaarttankers ingehuurd, maar die vervoerden doorgaans andere lading, zoals eetbare oliën. Ondanks dat de tanks vooraf grondig werden gereinigd, bleven er regelmatig restanten olie in achter die het Oceaniumwater vervuilden. Schippers werden ook niet blij van zeewater in hun tanks; zout water veroorzaakt op den duur corrosie van de lasnaden.

Blikvanger
Het Gemeentelijk Havenbedrijf bracht de oplossing. Zij schonk in 2001 de in 1957 gebouwde voormalige melassetanker Gymnura, die na een grondige verbouwing en een opknapbeurt werd omgedoopt tot de ‘HaaiBaai’. Het schip vormde een regelrechte blikvanger in de Rotterdamse haven: het werd voorzien van een decor van ijsschotsen, zeesterren en een rij levensechte koningspinguïns. Inmiddels waren er contacten met P&O NedLloyd dat bereid was om op hun Atlantische lijndiensten op geschikte plaatsen schoon zeewater in de ballasttanks van hun containerschepen in te nemen.

De volgende uitdaging was het vinden van een schipper die bereid zou zijn op afroep naar en van Europoort te varen om dat zeewater naar Diergaarde Blijdorp te brengen. Die werd gevonden in de persoon van Willem Lodder.

“Dat ik gevraagd werd is puur toeval,” vertelt Willem. “Mijn vrouw en ik waren voor een vakantie met de caravan op weg naar Noorwegen. Onderweg kwamen we op een boerencamping ergens in Overijssel. Daar raakte ik in gesprek met iemand die vertelde dat hij bemoeienis had met het Oceanium van Diergaarde Blijdorp. Ik vertelde dat ik scheepsreparateur was, maar eigenlijk van oorsprong schipper. Toen hij dat hoorde, vroeg hij of ik zin had om de vaste schipper op de HaaiBaai te worden. Nou, daar hoefde ik geen moment over na te denken!”

Wennen
Willem komt uit een schippersgeslacht met een geschiedenis van zo’n tweehonderd jaar. Hij is op een schip geboren en begon als matroos op het schip van zijn vader. Eind jaren zeventig had hij zijn eerste eigen binnenvaartschip; de Aleida, vernoemd naar zijn moeder. Hij trouwde met Adriana, een lerares, voor wie het bestaan als schippersvrouw in het begin behoorlijk wennen was. Ze vervoerden oud ijzer naar Oost-Duitsland en waren afwisselend zes weken aan het varen en één week aan de wal.

“Mijn vrouw had er in het begin best moeite mee”, herrinert Willem zich. “Ze miste haar vriendinnen en ze kon niet gewoon even naar de bakker of de slager gaan. We hebben ons er desondanks aardig doorheen weten te slaan. We kregen een zoon en een dochter en als we aan de wal waren, probeerde mijn vrouw zo veel mogelijk leuke dingen met de kinderen te doen. In 1989 zijn we met varen gestopt en op Heijplaat gaan wonen. Ik werkte afwisselend als scheepsreparateur en als schipper.”

Inmiddels heeft het stel zeven kleinkinderen waar ze erg van genieten en zijn ze naar Maasdam verhuisd. “Dat aanbod om als vaste schipper op de HaaiBaai te varen kwam als een welkome verrassing. Ik kan het varen mooi combineren met het onderhoud van het schip.”

Afspraken
Vandaag is Willem onderweg naar de Amazonehaven. Na de overname van P&O NedLloyd door MAERSK ontstond er eigenlijk een probleem. Ineens waren vertrouwde contactpersonen weg.  Gelukkig bestonden er door de jarenlange relatie uitstekende en rechtstreekse contacten met de kapiteins. Zo kon er zonder onderbreking toch vers zeewater worden gehaald. Inmiddels zijn er goede afspraken met MAERSK gemaakt.

Niet alle containerschepen zijn geschikt voor het meenemen van zeewater. Ze mogen niet ‘te nieuw’ zijn. De ballasttanks zijn aan de binnenzijde behandeld met anti-fouling om aangroei te voorkomen, maar als die laag te jong is komen er teveel gifstoffen vrij. Het schoonste zeewater wordt ingenomen nabij Newfoundland en ook wordt er, afhankelijk van de route, water ingenomen bij de Azoren. De meeste reizen duren rond de twaalf dagen. Als bij Diergaarde Blijdorp bekend is welk schip op welke tijd en plaats arriveert, gaat Willem met de HaaiBaai vanuit het Schie-Schiekanaal onderweg. Het totale traject richting de Europoort neemt, afhankelijk van het tij, een aantal uren in beslag.

Monsters
Eenmaal aangekomen in de Amazonehaven, manoeuvreert Willem de HaaiBaai met uiterste precisie onder de boeg van het immense containerschip, tussen de bulb en de kade in. Zijn vaste maatje Piet de Bruin die de hele tocht mee vaart, gaat aan boord van het containerschip en zorgt voor het aankoppelen van de slangen en de communicatie met de crew. Ook neemt hij de eerste watermonsters om ter plekke de kwaliteit van het zeewater vast te stellen. Als die voldoende is, wordt gestart met het overpompen. Soms bevat een ballasttank minder water dan gepland. Dat gebeurt gelukkig niet vaak. Als de HaaiBaai vol is, vaart Willem weer terug naar de vaste ligplaats in het Schie-Schiekanaal achter de diergaarde. Daar ligt een eindje verderop een ponton waarvandaan een ondergrondse leiding naar het Oceanium loopt. Die leiding staat in verbinding met twee opslagtanks van elk 330.000 liter. In elke tank past dus precies één volle scheepslading. Meestal één of twee dagen later, vaart Willem vanaf de vaste ligplaats naar het ponton om de inhoud van de HaaiBaai over te pompen naar de opslagtanks onder het Oceanium.

“De HaaiBaai is echt ‘mijn scheepje’”, zegt Willem. “Ik vaar altijd: regen, wind, kou, sneeuw, maakt me allemaal niet uit! Ik hoop dit nog jaren te kunnen doen. Ik vind het Oceanium fantastisch om te zien. En het leuke is: als ik naar die visjes kijk, dan ben ik best wel trots, want al die liters water die je hier ziet, die heb ik hier naartoe gevaren.”


Vorig jaar is gestart met het moderniseren van het Oceanium, gericht op meer publieksbeleving en educatie. Na een nieuw en  kleurrijk koraalgebied (het Great Barrierreef) kregen de steurenhoek en de ijsschotsen naast de pinguïns een facelift met o.a. een levendige 3D-projectie. Dankzij de Vereniging Vrienden van Blijdorp worden er in het Oceanium twee nieuwe projecten gerealiseerd: een natuurbehoudscentrum (gereed in het najaar van 2018) en een gebied voor ‘eilandhoppen’ (2019). Hier staat het unieke dieren- en plantenleven op de eilanden Komodo, Madagaskar en Galapagos centraal.

Tekst

Cisca van Bommel

Beeld

Diergaarde Blijdorp

Meer artikelen

Nieuwe kennis en oude verhalen

24 september 2018

De Rotterdamse haven draait goed. De cijfers van 2017 laten een mooi beeld zien, er wordt geïnvesteerd en het marktaandeel groeit. Maar de haven is...

Lees het hele artikel

Het moet een beleving zijn

18 september 2018

Een bedrijventerrein in Barendrecht. Links en rechts vestigingen van een grote supermarktketen, een sportschool en een aantal keukengiganten. Op zoek naar Simwave. Aan het eind...

Lees het hele artikel