EEN STRIJD OM CULTUUR BIJ HEIJPLAAT

20 juni 2024

Het Quarantaineterrein bij Heijplaat, een verborgen juweel in de Rotterdamse haven, heeft een unieke charme. Al tientallen jaren fungeert dit historische stukje land als broedplaats voor kunstenaars. Maar recente plannen bedreigen de toekomst van deze creatieve enclave. Louike Duran, beeldend kunstenaar die hier al jaren werkt, strijdt onvermoeibaar voor het behoud van deze culturele oase. “Als wij het niet doen, wie dan wel?”

Bij de ingang van het Quarantaineterrein staat een bord van BOEi: ‘Restauratie & herbestemming Quarantaineterrein (1933)’. Het geplande hotel dat hier wellicht zal verrijzen, wordt op een foto weergegeven. Hieronder hangt een stuk karton waarop met een zwarte marker achteloos ‘grofvuil’ en een pijl zijn neergekrabbeld. We volgen het smalle weggetje naar het gebouw waar Louike Duran (69) ons naartoe wees. Een groepje toeristen met camera’s stapt opzij en steekt vriendelijk de hand op. De omgeving is weelderig groen na een regenperiode, met prachtig uitzicht op de Nieuwe Maas en het bedrijvige RDM-terrein aan de overkant. Ook vandaag regent het weer pijpenstelen, en het water blijft liggen op de betonplaten die naar Louikes atelier leiden. Ze werkt in de isolatiebarak, een van de oorspronkelijke quarantaine-inrichtingen voor zeelieden met gevaarlijke tropische ziekten, die hier echter nooit hebben gezeten.

Louike is druk aan het opruimen. Een groot deel van de gebouwen op het Quarantaineterrein – waar sinds 1980 een diverse groep van kunstenaars, ontwerpers en ambachtslieden werken en wonen – moet namelijk per 1 juli leeg zijn. Alleen de ziekenbarakken, waaronder de isolatiebarak, blijven als werkplaatsen in gebruik en moeten straks gedeeld worden. Kortom: inkrimpen. Voor een kunstenaar die hier 44 jaar werkt, is opruimen een klus. “In de loop der jaren verzamel je van alles,” glimlacht Louike terwijl ze ons de hand schudt. “Veel materiaal van Stichting Kunsteiland is bewaard voor hergebruik, maar straks hebben we daar geen ruimte meer voor.” Ze wijst naar stapels materialen die ooit bruikbaar leken: verpakkingsmateriaal, verweerde stukken metaal en hout, oude fietsen, bakstenen.

Een rijke geschiedenis
Eerst maar eens een duik in de geschiedenis. Lang geleden waren havensteden verplicht om een quarantaineplek te hebben voor zeelieden met gevaarlijke tropische ziekten. In Rotterdam werd dit de ‘Quarantaine-Inrichting Beneden Heyplaat’. Het terrein, gebouwd tussen 1928 en 1934, omvatte twaalf gebouwen verspreid over zes hectare, elk met een specifieke functie, zoals een portiershuis, mortuarium, ziekenbarak en badhuis. Medische vooruitgang maakte de oorspronkelijke functie snel overbodig. Rotterdam groeide en het terrein kwam dichter bij de bebouwde kom te liggen. Besmette schepen werden naar Hoek van Holland verwezen en patiënten per helikopter naar het Havenziekenhuis gebracht. Het terrein kreeg diverse nieuwe functies: in de jaren dertig als quarantaine voor Joodse vluchtelingen, tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse Kriegsmarine en na de oorlog voor de behandeling van tyfus- en pokkenpatiënten. Vanaf 1953 dienden de contactbarakken als dependance van het psychiatrisch ziekenhuis Delta. Vanaf 1957 stonden de andere gebouwen vaak leeg, totdat in 1980 de stichting Beeld & Geluid, opgericht door studenten van de kunstacademie en het conservatorium, toestemming kreeg om het terrein voor culturele doeleinden te gebruiken. Zij mochten hier werken en .middels een gedoogconstructie – wonen. Sindsdien hebben zij zich met hart en ziel ingezet voor de plek.

‘DIT IS HET LAATSTE QUARANTAINETERREIN VAN NEDERLAND DAT NIET GESLOOPT IS.’

Bijzaak
Louike kwam hier in 1981 als jonge studente terecht. Ze zat toen nog op de kunstacademie, nu bekend als de Willem de Kooning Academie. Vanuit haar atelier op het Quarantaineterrein studeerde ze af. Enkele jaren later zou ze hier ook komen wonen. Met een kop koffie in de hand leidt Louike ons rond. De gang door, de keuken in, langs een muur met foto’s van kleinkinderen, tot een deur links die naar een woongedeelte leidt. “Dit is nu nog de huiskamer van mijn partner, Maarten van Gent – hij is ook beeldend kunstenaar.” De kamer staat vol boeken, een box en een crosstrainer. “Vanaf 1 juli wordt dit een werkruimte en gastatelier – alles moet dus leeg. Ik heb zelf sinds 2017 een woning in Zeeland, maar Maarten is nog woningzoekende.” Een deur verder vinden we Louikes atelier. Ook hier wordt opgeruimd. Straks zal ze haar atelier namelijk delen met haar partner, gezien zijn grote atelier in het ‘badhuis’ leeg moet. “Maarten heeft een muziekstudio en werkruimte nodig, dus we moeten echt inkrimpen.”

Aan de muur hangen kleurrijke schilderijen, met paardenfiguren die haar werk domineren. Louike lacht. “Ja, op dit moment zijn paarden een thema.” Hoewel, veel schilderen doet Louike nu niet. “Voor schilderen moet ik mijn zelfbescherming laten vallen”, legt ze uit. “Er gebeurt nu te veel waarbij wij allen waakzaam moeten zijn.”

De strijd om behoud
Want voor de vijfde keer moeten de kunstenaars strijden voor het behoud van het Quarantaineterrein en hun ateliers. Louike loopt hierin voorop. “Er zijn veel momenten geweest waarop het terrein met sloop werd bedreigd,” vertelt ze. “Vooral na 1981 toen het werd overgedragen aan het Gemeentelijk Havenbedrijf.” Plannen om alle gebouwen te slopen en het gebied voor havenactiviteiten te ontwikkelen, werden op het nippertje voorkomen dankzij de bewoners die bezwaar aantekenden. Ze schakelden een advocaat in en zorgden ervoor dat het terrein op de inventarisatielijst voor gemeentelijke monumenten terechtkwam. ”We doken in de geschiedenis en ontdekten wat een bijzondere plek dit is”, vertelt Louike.

“In 2010 werd het officieel als Rijksmonument erkend – een enorme overwinning, want zo konden we het behouden en beschermen. Dit is het laatste Quarantaineterrein van Nederland dat niet gesloopt is.” Dankzij de inbreng van Bewonersvereniging Heijplaat en de kunstenaars werd in het bestemmingsplan van 2018 voor het Eem-Waalhavengebied de culturele bestemming bevestigd en het terrein tot beschermd stadsgezicht verklaard. Dit plan beschrijft dat de panden ontwikkeld kunnen worden als ateliers, studio’s, kleine kantoren en voor natuureducatie, met behoud van de natuurfunctie van het terrein. Maar nu wordt de toekomst opnieuw bedreigd. Het Havenbedrijf droeg het terrein in 2024 over aan BOEi, die de gebouwen wil ontwikkelen tot een hotel en congrescentrum. Dit zou de werkruimtes voor kunstenaars bedreigen en de natuurfunctie verstoren. De kunstenaars en de huurdersvereniging proberen dit te voorkomen door overleg met BOEi, de gemeente en culturele instellingen.

Van ballet tot film
We vervolgen de rondleiding naar buiten, de regenjassen stevig om ons heen geslagen. In het half leeggeruimde atelier van Maarten van Gent hangt nog een houten maquette van het terrein. “We zijn nu hier,” zegt Louike, wijzend op het ‘badhuis’. “En dit waren de contactbarakken – die zijn helaas al gesloopt.” Op de muur is een tijdlijn van de geschiedenis van het terrein te zien, naast een vervaagde zwart-witfoto van een groep lachende jonge mensen. “Dat was de eerste groep,” glimlacht Louike. “Ik kwam even later. Het was een diverse groep creatievelingen, bezig met opleidingen in kunst, dans, muziek… Dankzij de aparte gebouwen konden we al die functies probleemloos naast elkaar uitoefenen. We waren studenten en hadden weinig, maar maakten er samen het beste van.”

‘DEZE PLEK MOET SOWIESO EEN CULTURELE FUNCTIE HOUDEN.’

Ze zwijgt even terwijl we verder lopen over het terrein, langs de oude gebouwen waar je je moeiteloos een prachtig cultureel evenement kunt voorstellen, maar die straks allemaal leeg zullen staan in afwachting van hun herbestemming. “Er zijn hier veel evenementen geweest,” vertelt Louike. “Theater, ballet, opera, exposities – er zijn hier meerdere films opgenomen. Het terrein ligt afgelegen, biedt alle ruimte én is doordrenkt van historie. We hebben zelf veel geïnvesteerd, bijvoorbeeld in dubbel glas en elektra. Buiten mogen we nu niets meer doen vanwege de monumentale status. Het Havenbedrijf heeft een gedeeltelijke renovatie uitgevoerd, maar nog niet alles is gebeurd. En sinds BOEi het heeft overgenomen, wordt er geen onderhoud gepleegd.” Door stormschade in 2022 zijn er ernstige lekkages ontstaan, vervolgt ze, vooral in de leegstaande ontsmettingsinrichting. “Maar onze dringende verzoeken om reparatie worden genegeerd.” In de afgelopen 44 jaar is de Quarantaine-Inrichting uitgegroeid tot een professionele productieplaats voor de culturele sector. En dat moet zo blijven, vindt Louike, aangezien er nog maar weinig van deze plekken over zijn in de stad.

Het gaat om het behoud van de culturele sector van Rotterdam, waar een gigantisch tekort aan atelierruimte heerst, stelt ze. “Zelfs naast een hotel-restaurant kunnen hier dertig ateliers worden ontwikkeld. De buitenruimte is geschikt voor allerlei kunstprojecten en voorstellingen. Deze plek is niet alleen een toevluchtsoord voor kunstenaars, maar een essentieel onderdeel van de stad zelf. Het verdwijnen van deze ruimte, door er louter commerciële doeleinden aan te verlenen, zou een groot verlies zijn voor de culturele diversiteit en creativiteit van Rotterdam.” Een aantal mensen is al vertrokken, vertelt Louike terwijl we teruglopen naar de isolatiebarak. Ze zijn moegestreden.” Ze zucht diep. “Niet gek, want we doen dit nu voor de vijfde keer.” Heeft Louike er zelf wel eens genoeg van? “Nee, ik bescherm mezelf daarvoor. Opwinden is niet goed voor je gezondheid, en bovendien bereik je meer door rustig en respectvol te blijven. Wij blijven openstaan voor overleg. Wij kennen de geschiedenis, we zijn er zelf ook onderdeel van. Als we dit nu loslaten, is het gebied verloren.”

Slijpers
Op 1 juli moeten alle ondernemers hun woning en atelier leeg opleveren. Een aantal kunstenaars houdt hun atelier aan, en verwacht een huurcontract hiervoor, conform de afspraken die in 2015 met het Havenbedrijf zijn gemaakt en in het contract zijn vastgelegd.

“De woonfunctie is altijd gedoogd,” zegt Louike, “ter bescherming van de gebouwen. We hebben altijd geweten dat het wonen tijdelijk was. Maar we zouden hier moeten kunnen blijven werken. Niet weggestopt in een hoekje, maar in degelijke ateliers met genoeg ruimte en middelen. Zo is het ook nadrukkelijk afgesproken.” Op het moment lijkt niets meer zeker, de communicatie met BOEi verloopt problematisch. “Er moet ook gekeken worden naar het karakter van de plek”, vervolgt Louike strijdvaardig. “Door een hotel zou dat kunnen veranderen, met een grote parkeerplaats en straatverlichting in het nu onverlichte groene gebied.” Ze pauzeert even, haar ogen glijden over de oude gebouwen die zoveel verhalen in zich dragen. Of zo’n hotel hier erhaupt zin heeft, afgelegen van de stad, met de lawaaierige slijpers aan de overkant en het feit dat er alleen gerenoveerd mag worden en niet bijgebouwd… Ze laat de vraag hangen in de lucht. “Deze plek moet sowieso een culturele functie houden,” besluit ze vastberaden. “Als dat écht goed geregeld zou zijn, dan is mijn taak hier afgerond en zie ik mezelf vertrekken.” Ze glimlacht. “Dan kan ik eindelijk weer gaan schilderen.”

Tekst

Karin Koolen

Beeld

Rick Arnold

Meer artikelen

Ontdek de Rotterdamse haven met het Vakantiepaspoort!

23 juli 2024

De zomervakantie is in volle gang en dat betekent avontuur! Met het Vakantiepaspoort, een topinitiatief van Rotterdampas, kunnen basisschoolkinderen in Rotterdam een onvergetelijke zomer beleven...

Lees het hele artikel

IK KEN IEMAND DIE GEZOCHT WORDT…

20 juni 2024

De deadline voor deze column valt vaak samen met nieuws van of over mijn geliefde club. Dat is deze keer niet anders – manlief heeft...

Lees het hele artikel