Werken in de Rotterdamse haven

29 juni 2023

Nergens is de wereld zo in beweging als in de Rotterdamse Haven. Nergens worden dagelijks zulke megasprongen gemaakt als in de Botlek,  Europoort en op de Maasvlakte. Innovaties volgen elkaar in recordtempo op. Wie vooruit wilt, wie liever bezig is met morgen dan met gisteren, die kijkt er zijn of haar ogen uit.

Werknemers van het ultramoderne overslagbedrijf APM Terminals Maasvlakte ll, de meest geavanceerde terminal ter wereld, volledig geautomatiseerd en CO2-emissievrij, geven op verzoek van dit magazine een eerlijk inkijkje in hun dagelijkse werkzaamheden rond het laden en lossen van ’s werelds grootste containerschepen. ” Hoe alles hier op elkaar is afgestemd, supermooi!” Als jouw blik net als die van hen op de toekomst is gericht, sluit je dan bij Anita, Adriaan, David, Michel en Rachik aan. Want in de haven, daar gebeurt ‘t.

‘Genoeg tijd over voor opgroeiende kinderen.’

Rachik Ouchen (37), onderhoudsmonteur en plaatsvervangend voorman bij APM Terminals Maasvlakte ll

”Het was de geur, de wind, die mij bij mijn eerste sollicitatie in de haven, de Vulcaanhaven in Vlaardingen om precies te zijn, gelijk een goed gevoel gaven. De eerste achttien jaar van mijn leven woonde ik in Assen, ik kende deze omgeving totaal niet. Ik werd tijdens dat sollicitatiegesprek een soort van verliefd op de Rotterdamse haven. Ze heeft iets magisch, iets rustgevends en tegelijkertijd is ze heel dynamisch.

Het gaat er in de haven allang niet meer grof aan toe. Onder de oudere generatie doen verhalen de ronde dat ze weleens stomdronken op de kraan zaten. Dat is nu echt een no-go, de regels zijn gaandeweg behoorlijk aangescherpt. Waar in het verleden posters in het kantoor hingen van topless dames, zijn nu zelfs posters van dames in bikini taboe.

Ik werk nu bijna 3,5 jaar bij APM als storingsmonteur. Aan ons de taak om de hele terminal draaiende te houden. Een storing moet zo snel mogelijk worden verholpen om te voorkomen dat de operatie wordt verstoord en het APM veel geld kost. Geen appeltje-eitje, inderdaad. Je praat over vrij complexe materie. Wij moeten van alle markten thuis zijn. Een storing in een kraan kan een mechanische oorzaak, maar ook een elektrische of besturingstechnische oorzaak hebben. Er komt bovendien heel veel IT bij kijken. Het maakt tegelijkertijd dat geen dag hetzelfde is.

Hoogtevrees moet je in dit werk niet hebben. De diepzeekranen zijn 70 meter hoog. We hoeven niet met een ladder omhoog, de kranen beschikken over een machinelift. Of die er niet mee ophoudt tijdens een storing? Zelden. Laatst kwam een collega vast te zitten in de lift, tussen de derde en vierde etage. De vier etage is de hoogste. Het duurde een uur voordat we hem hadden bevrijd. Dat is echt een uitzonderlijke situatie. Ik heb het niet eerder meegemaakt dat de lift het niet deed.

Voordeel van deze baan is dat ik als ik vrij ben ook echt vrij ben, en dus niet oproepbaar voor noodgevallen. Zolang ik de wisselende diensten nog trek, zolang ik geen moeite heb om in slaap te vallen, blijf ik doen wat ik doe. Ik heb drie kleine kinderen. Niet alle vaders kunnen hun kinderen zien opgroeien, ze regelmatig naar school brengen. Dat is me heel veel waard.”

  

‘In de kantine is alles aanwezig voor een goede lunch.’

Michel Hazelbag (28), process controller operations bij APM Terminals Maasvlakte ll

”Nee, we hebben geen hippe koffiebar in de straat, of een lunchroom voor een belegde boterham tussen de middag. Het dichtstbijzijnde restaurant is 5, 6 kilometer verderop. Maar we hebben een heel goede kantine, met een assortiment met voor ieder wat wils. We komen niets tekort bij APM. En anders neem je je brood mee vanuit huis. Geen issue toch?

Werken op de Maasvlakte brengt voor mij alleen maar voordelen met zich mee. Ik woon in Brielle. Vanaf Brielle naar de Maasvlakte hoef je maar 5 kilometer over de snelweg. Ik sta nooit in de file. Ik heb veel vrije tijd: we werken 32 uur per week, in ploegen. Als je een rijk sociaal leven hebt, is een dergelijke constructie ideaal. De arbeidsvoorwaarden zijn bij APM uitstekend, en er zijn -voor mij- doorgroeimogelijkheden. Die uitdaging heb ik nodig om het leuk te blijven hebben. Voor 2026 is de terminal van APM twee, drie keer zo groot als nu. Naar die uitbreiding kijk ik enorm uit. Elke verandering brengt nieuwe inzichten met zich mee. Ik vind dat leerzaam. Pauzeren met een duik in de Noordzee? Het strand ligt net iets te ver weg om daar in de pauze heen te gaan, maar op de terugweg doen we er met elkaar weleens een drankje.

Ik ben door vrienden getipt over APM. Als student bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit was ik het zat dat ik aan het eind van elke maand opnieuw krap bij kas zat. Ik heb iedereen aangeschreven die ik kende met de vraag: waar kan ik een baan, bij voorkeur in de logistieke sector, vinden die loont? Ik heb vervolgens een open sollicitatie gestuurd naar APM. Er waren twee functies beschikbaar, voor die van process controller operations had ik de beste papieren en skills.

Een process controller is een dispatcher+. Wij doen net iets meer dan dispatchers. Wij beheren het volautomatische systeem vanaf het moment dat de containers van de grote schepen zijn gelost. Wij hebben de juiste acties uit te zetten. Nee, ik heb geen spijt dat ik na mijn master gestopt ben met studeren.”

‘Uitgedaagd door supertoffe techniek.’

Adriaan Bos (41), automation specialist bij APM Terminals Maasvlakte ll

”Na twintig jaar in het helikopteronderhoud te hebben gezeten bij de luchtmacht, was ik toe aan iets anders. Bij APM wordt gebruikgemaakt van supertoffe techniek. Daar lag, en ligt nog steeds, een mooie uitdaging voor mij.

Bij de luchtmacht was -in mijn rol- expertise van elektronica vereist, bij APM geldt dat voor software. De kranen zijn er bijna robots. De stackkranen draaien zelfs volledig autonoom. De besturing van de tien diepzeekranen is een samenspel van mensenhanden en automatisering. Sensoren houden de boel draaiende bij APM. De aansturing van al die software, dat is mijn job, en dat van een vijftal directe collega’s. In feite ben ik voortdurend codes aan het doornemen. Om de software bij te houden en om de software waar mogelijk te verbeteren. Er valt in een ultramodern bedrijf als APM zeker nog wat te ontwikkelen. Het gebeurt -gelukkig- niet vaak, maar onderweg kan een schip averij oplopen, waardoor containers beschadigen. Als een hoek van een container is gebutst, dan kan het voorkomen dat de kraan hem niet beet kan pakken. Dat soort mankementen proberen we met software op te lossen.

De meeste werkzaamheden kan ik vanuit huis doen. Thuiswerken doe ik meestal maar één dag in de week. Ik verkies de haven boven thuis. Het uitzicht op al die bewegingen, dat heb ik in Capelle aan den IJssel niet. Ik vind de haven een heel prettige werkomgeving. In de haven kun je jezelf zijn. Of ik onder de havenarbeiders de nerd ben? Misschien wel, software klinkt nu eenmaal heel stoffig, maar als dat al zo is dan dat laten ze me dat niet merken. Het is ook niet zo dat ik nooit buiten kom. Je moet de kranen fysiek begrijpen om dit werk te kunnen doen. Het verschil tussen de overheid en het bedrijfsleven is minder groot dan je denkt. De doelen zijn anders. Bij Defensie wordt de winst niet in geld uitgedrukt maar in veiligheid, daar gaat het in eerste instantie om het beschermen van burgers. Organisatorisch is er weinig verschil. Het voelde voor mij in elk geval niet als een megastap. Of deze baan mijn eindstation is? Het zou zomaar kunnen. Ik heb het ontzettend naar mijn zin. Vijftien jaar geleden, in de periode dat ik nog bij de luchtmacht werkzaam was, zijn we vanuit het midden in het land naar de regio Rotterdam verhuisd. We hebben een tijdje aan de Maas gewoond. Al die schepen die voorbijtrokken, dat was al een machtig gezicht. Wat je op de Maas ziet, is slechts een fractie van wat je in de haven ziet. Je blijft er je ogen uitkijken, zo’n fascinerende wereld.”

‘Elke dag kippenvel op de terminal.’

Anita Troost (28), berth planner bij APM Terminals Maasvlakte ll

”Met ruim 20.000 collega’s wereldwijd en vijfhonderd collega’s alleen al op de Tweede Maasvlakte zou het bijhouden van alle verjaardagen een dagtaak kunnen zijn. Ik ben echter geen birth planner, ik ben een berth planner, met een e. Een berth planner zou je vrij vertaald een kadeplanner kunnen noemen. Ik ben met de drie andere berth planners bij APM ll de schakel tussen de klant en de operatie.

In mijn functie draait het om inzicht. Wij moeten ervoor zorgen dat iedereen weet waar hij of zij aan toe is zodra een zeeschip aanmeert. Dat schip is geen bootje, het zijn de joekels die bij ons aanmeren, de grootste ter wereld. We plannen van drie weken tot 24 uur van tevoren. Een zeeschip vaart op service, volgens een bepaalde route. We weten ongeveer wanneer een schip bij ons aanmeert. Vanaf het Suezkanaal, bijvoorbeeld, is het circa zeven dagen en vier uur varen, afhankelijk van de grootte van het schip en de snelheid waarmee het vaart. Om brandstof te sparen gaat niet elk schip voluit. Het weer kan tegen zitten, een schip kan om zoveel redenen vertraging oplopen. De planning moeten we meer dan eens bijstellen. Hoe dichter bij Rotterdam, hoe beter is te voorspellen hoe laat het schip arriveert. Wij bouwen een buffer in van één uur. Zodra het schip een etmaal is verwijderd van de Maasvlakte, dragen wij ons werk over aan de operatie. Die werkt op de minuut nauwkeurig.

De haven heeft mij altijd getrokken. Ik herinner me nog dat ik als klein meisje op de rondvaartboot van de Spido mijn ogen uitkeek in de Waalhaven. Ik vond het reusachtig. De Waalhaven is klein in vergelijking met de Maasvlakte, maar als kind vond ik de Waalhaven al megagroot. Na mijn studie MSc International Logistics and Supply Chain Management in Wales, Groot-Brittannië was destijds nog onderdeel van de EU, was een baan in de Rotterdamse haven bijna een logische stap. Al je in de logistiek werkzaam wilt zijn, dan is dit dé plek om dat te doen. Het is zo’n dynamische omgeving. Elke dag dat ik met mijn auto de terminal oprijd, en dat doe ik nu al zeven jaar, krijg ik even kippenvel. Hoe alles hier op elkaar is afgestemd, ik vind dat supermooi!”

‘Meelopen met de top.’

David (38), allround terminal operator bij APM Terminals Maasvlakte ll

”Mijn vader zat op de pendelbus die door de haven rijdt. Op een dag kwam hij thuis met een sollicitatieformulier. Bij APM zochten ze een straddle carrier chauffeur. Of dat niets voor mij was? Ik werkte op dat moment als elektromonteur in de bouw. Die baan was ik een beetje beu. Tijdens het doorlezen van dat formulier was mijn interesse gewekt. Ik heb gereageerd, en na allerlei testen mocht ik beginnen. Dat was in april 2005. Ik werk er nog steeds. En met veel plezier.

APM is leidend in de goederenstroom van de Rotterdamse haven. De grootste zeeschepen, die joekels van 400 meter lang en 52 meter breed, die laden en lossen wij. APM is een dochter van Maersk Line. Maersk Line was tot voor kort de grootste containerrederij van de wereld. MSC heeft Maersk weliswaar ingehaald, maar die twee ontlopen elkaar niet zo heel veel. Hoor je een trotse man? Dat kan kloppen. Ik loop mee met de top.

Tegenwoordig ben ik allround terminal operator, afgekort ato. Een ato is in feite hetzelfde als een kraanmachinist. Vanaf de derde verdieping in het hoofdgebouw besturen we de diepzeekranen op de kade voor het laatste deel van het proces, dat deel dat (nog) niet is geautomatiseerd. De derde verdieping staat vol met joysticks en beeldschermen. Gamen in de baas zijn tijd? Daar lijkt het wel een beetje op.

Ik zit overigens niet altijd binnen. Geregeld zit ik op een terminaltrekker, of een kleinere, lichtere kraan die de containers doorzet op kleinere schepen die naar het achterland varen of ik ben aan dek. Op zulke dagen ben ik aan het klimmen en klauteren. De afwisseling maakt mijn baan boeiend. De meeste megaschepen komen vanuit Azië gevaren, met circa 20.000 containers aan boord. Omdat wij over de hoogste kranen beschikken, kunnen wij de hoogste containers laden en lossen. Na gemiddeld 6000 tot 8000 moves, van één move spreek je als één container van of op het schip is getakeld, vaart het schip verder naar andere Europese havens, zoals Bremerhaven en Felixstowe. Over 6000 tot 8000 moves doen we ongeveer 24 uur. We werken als ato’s in de volcontinu. Dat gaat mij goed af. Ik heb geen last van een verstoord bioritme.

Ik heb een goed salaris en veel vrije tijd, want ik heb een 32-urige werkweek. Met dat salaris kan ik mijn gezin onderhouden en een hoop leuke dingen doen. Mij hoor je niet klagen.”

Tekst

Dijlan van Vlimmeren

Beeld

Roderik van Nispen

Meer artikelen

Ik ken iemand… stabiel aan de top?

29 juni 2023

Nu ik langer in Rotterdam werk, word ik vaker uitgenodigd voor feestjes. Zo was ik onlangs bij het jaardiner van Deltalinqs. Daar werden een hoop...

Lees het hele artikel

Fruitig en verbindend

29 juni 2023

In de Stadshaven Brouwerij borrelt het, in de immense biervaten, in de glazen van de bezoekers, maar vooral van de ideeën. Want deze Rotterdamse brouwers...

Lees het hele artikel