Wij zeggen nooit nee

13 september 2022

Stoere havenbonken, kleine bootjes tussen metershoge zeeschepen, beetje klimmen en klauteren door weer en wind. Thomas Degeling (32) is al 15 jaar gek op het roeiersbestaan in de Rotterdamse haven. “Binnenzitten is niks voor mij.’’

Eigenlijk klopt de benaming ‘roeier’ al jaren niet meer, want Thomas roeit zich geen slag in de rondte door de Rotterdamse haven om zeeschepen aan wal vast te maken. Desondanks voelt hij zich wel een roeier, want hij vaart wel van hot naar her door de Europoort om joekels van schepen vast te knopen.

En je mag dan geen spierballen meer nodig hebben om je een weg door het woeste Maaswater te banen in een bootje, je hebt wel degelijk flinke spierballen nodig om de trossen van het schip via een ladder omhoog te tillen. ‘’De palen met bolders of haken waar de trossen omheen moeten, zijn soms wel 5 tot 6 meter hoog. Voordat je de tros omhoogtrekt, klim je via een ijzeren trapje omhoog. Dan moet je gewoon niet teveel nadenken.’’

Eigenlijk is hij dus geen roeier, maar vooral een klimmer. ‘’Ja, we moeten ook vaak via touwladders omhoog het schip op om de trossen te pakken. Dan moet je soms wel 10 meter omhoog. Je klautert dan zo snel als je kunt omhoog, maar wel zo voorzichtig mogelijk, want we werken altijd veilig en efficiënt. Vanzelfsprekend moet je geen misstap maken.’’ En vergis je niet, dat is al een hele uitdaging bij mooi weer, laat staan bij flinke windkracht en metershoge golven.

“Met storm worden de jongens van de mannen gescheiden.”

Dan is het een hele uitdaging om met het bootje bij het schip te komen. Thomas vertelt: ‘’Dan slaan er metershoge golven over de boot en gaat het bootje alle kanten op. Je wordt zeiknat en je moet heel goed opletten dat je niet van het bootje wordt afgeslagen. Met storm worden de jongens van de mannen gescheiden.’’

Na vijftien jaar ervaring mag hij zich zeer zeker onder de mannen scharen. Lachend vertelt hij: ‘’Ja, ik heb inmiddels wel zeebenen. En nee, ik ben nog nooit in het water gevallen. Ja, met mooi weer zit er steevast een zwembroek in m’n tas en springen we het water in om even te zwemmen als het kan.’’

Met de nadruk op ‘als het kan’, want roeiers hebben altijd haast. Als het ene zeeschip is vastgeknoopt, moet het volgende alweer vast worden gemaakt. ‘’Het wordt met het jaar drukker met schepen. En ‘nee’ zeggen is geen optie, roeiers zeggen nooit nee, want ons motto is niet voor niets: ‘Gaat niet, bestaat niet’. Die boten moeten nou eenmaal vast. Zijn er niet genoeg roeiers door bijvoorbeeld ziekte? Dan word je thuis gebeld en moet je snel komen om te helpen. Roeiers zijn een onmisbare schakel.’’

En dus ligt zijn werkkleding ’s nachts altijd klaar voor het geval dat. ‘’Het komt geregeld voor hoor, dat ik uit mijn nest word gebeld en moet komen helpen.’’ Maar juist dat maakt zijn werk zo leuk. Het avontuur. Een roeier heeft verre van een 9-tot-5-mentaliteit. Staat altijd aan. Ook als het vriest, stormt of onweert gaat de roeier het water op om de schepen goed vast te knopen. ‘’Het komt weleens voor dat een schip losraakt van de wal en dan moeten we er als de wiedeweerga heen, want het is natuurlijk hartstikke gevaarlijk als zo’n schip loskomt. Met name op de Delta werken wij met ShoreTension. Dit door de KRVE ontworpen systeem zorgt ervoor dat schepen meebewegen met de weersomstandigheden.’’

Zo’n tocht naar een zeecontainerschip of cruiseschip heet in de roeiersmond een ‘reis’. ‘’Het blijft uniek om zo dicht bij die enorme schepen te komen.’’ Bang is hij nooit. Even afkloppen, want de stoere zeebonk heeft ook nog nooit een ongeluk meegemaakt. “Veiligheid staat bij ons hoog in het vaandel. We worden natuurlijk heel goed opgeleid. En het is zeker niet voor iedereen weggelegd. In mijn klas begonnen we met 21 jongens en daar bleven er uiteindelijk 9 van over.’’

Overigens was het voor Thomas helemaal niet vanzelfsprekend dat hij bij de roeiers zou gaan werken. Het was geen jongens- droom. Hij wist überhaupt niet wat hij wilde. Totdat een vriend van zijn vader hem over de roeiers vertelde. ‘’Hij werkte bij de Havendienst en toen ik een dagje met hem mee ging varen om te kijken wat de roeiers dan precies deden, was ik meteen verkocht. Die stoere mannen, de haven, de enorme boten en dan die kleine bootjes die er tussendoor scheerden en het klimmen en klauteren. Ja, dat leek me wel wat.’’

En dus belt hij naar de KRVE om te horen of ze nog meer leerling-roeiers zoeken. ,,Ik belde per ongeluk naar de planning en kreeg een man aan de telefoon die meteen riep: ‘nee, 16 jaar is veel te jong.’’’ Het telefoontje demotiveert niet en een jaar later probeert hij het gewoon nog een keer. Lachend: ‘’Ja, toen werd ik wel meteen aangenomen. Ik had destijds nog niet eens mijn rijbewijs en ging op m’n scootertje naar de haven. In het begin was alles nog nieuw, gaaf en spannend. Ik wilde niet eens dat het weekend was.’’

Na het eerste jaar kom je bij de ‘echte’ mannen in de ploeg terecht. Thomas licht toe: ‘’En dan moet je alle klusjes doen en laten zien dat je het echt wilt. Je moet dan ook in het donker varen en goed opletten dat je niet overvaren wordt. Al die enorme zeeschepen om me heen, ik keek echt m’n ogen uit en dacht: ‘hoe kunnen die schepen toch blijven drijven?’ In het begin vond ik het hartstikke spannend om alleen tussen de schepen te varen, zelf de trossen te pakken en ik was vaak wel zenuwachtig. Na een paar jaar doe je dit werk bijna met je ogen dicht.’’

“Eigenlijk zijn mijn collega’s m’n beste maten. Ze zijn er letterlijk door weer en wind voor me.”

Maar als de Maas woest en wild is, kan het ook jaren later nog altijd spannende reisjes opleveren en dan komt goed samenwerken met je collega’s om de hoek kijken. ‘’Eigenlijk zijn mijn collega’s m’n beste maten. Ze zijn er letterlijk door weer en wind voor me. Je krijgt echt een sterke band met elkaar. En dat vind ik misschien wel het leukste aan dit werk. De goede sfeer onderling. Operationeel werken we met alleen maar mannen. Ik zeg niet dat vrouwen dit niet kunnen, maar het is gewoon een mannenwereld.’’

En een wereld waar er geen ‘baas’ is en eigenlijk iedereen tot het einde van zijn carrière blijft. Thomas legt uit: ‘’Na drie jaar word je lid van de vereniging. Je hebt dus geen baas, iedereen is gelijk. Je doet dit werk echt met elkaar. Ik vind het heerlijk om onder de mannen te zijn.’’ Stoere mannen die tijdens een prachtige zonsondergang in de haven even ‘bezwijken’ voor de pracht en praal van moeder natuur. Thomas: ‘’Dan worden de mooiste plaatjes met elkaar gedeeld over de app. Roeiersromantiek noemen we dat. Zo’n prachtige ondergaande zon went echt nooit. Ik geniet er altijd met volle teugen van. Ik vind dat zo gaaf,’’ klinkt het wat weemoedig uit zijn mond.

De geboren en getogen Rotterdammer geniet overduidelijk van zijn roeiersbestaan. ‘’De Europoort is echt mijn plek. Hier komen de écht grote jongens en dat vind ik het leukste. Als ik zo’n 400 meter lang schip heb vastgelegd, denk ik – zelfs na 15 jaar in het vak – als ik weer wegvaar nog steeds: ‘zo dat heb ik toch maar even mooi geflikt.’’’

Tekst

Chantal Lindsen

Beeld

Lennaert Ruinen

Meer artikelen

Zijn wie je wilt zijn

13 september 2022

Met een schreeuwend tekort aan mensen in de Rotterdamse haven, moeten alle zeilen worden bijgezet. En ja, daarmee wordt zeker ook een beroep gedaan op...

Lees het hele artikel

Kom werken in de haven!

13 september 2022

De haven staat er goed voor. Het optimisme heeft de overhand. Voorzichtig optimisme, gezien de ontwikkelingen in de wereld, maar toch zijn we optimistisch. Er...

Lees het hele artikel