125 jaar zeehavenpolitie in vogelvlucht

5 augustus 2020

Al 125 jaar zet de zeehavenpolitie zich in voor de veiligheid en orde in de haven. Dat die haven er vroeger nogal anders uitzag dan nu blijkt wel uit de verhalen van de wijkagenten van toen en de agenten van het basisteam. Onze Haven vaart een ochtend mee met twee verschillende schepen van de zeehavenpolitie. En dat levert een mooi plaatje op van de verschillen tussen vroeger en vandaag.

Volgens de weersverwachting is er een onstuimige dag op komst, maar daar is weinig van te merken als de P5 vertrekt vanaf bureau Sint-Jobsweg. Aan boord vier voormalig wijkagenten, nog altijd betrokken bij de zeehavenpolitie, vol herinneringen en ervaring. Tegen een strakblauwe lucht vaart het presentatieschip de Parkhaven uit richting Waalhaven, jaren geleden de grootste haven van Rotterdam. Je had hier toen de overslag”, vertelt Gerard Huizinga, die in 1978 bij de politie begon. Net kwamen we twee schepen tegen, maar destijds moest je wachten op een gaatje als je de Parkhaven uitvoer. Het krioelde in de haven.” Nu het centrum van de haven bij Europoort en de Botlek ligt, is daar weinig meer van te merken.

”De haven was nog niet voorbereid op de eerste containers. Mensen liepen er gewoon tussendoor, levensgevaarlijk”

Levensgevaarlijk
Ook John Buitendijk, wiens carrière bij de politie een jaar later startte, kan zich de drukte van de Waalhaven goed herinneren. Alle lading zat in kisten of kratten op de stukgoedschepen. Dat zorgde voor gevaarlijke situaties, mensen kregen zomaar een zak op hun hoofd of gleden uit. Ik zie nog de bananenboten binnenkomen, dan stond er zo een man of zestig de bananen uit te laden.” Een snelle blik naar buiten geeft een heel ander beeld: de kades liggen er verlaten bij. Tussen stapels containers steekt een enkele blauwe arm van een truck die zijn lading vervoert. De containerisatie bracht destijds niet direct meer veiligheid met zich mee, aldus Buitendijk. De haven was niet voorbereid op de eerste containers. De mensen liepen er gewoon over de kade tussendoor. Levensgevaarlijk was dat.”

Inmiddels vormen de stalen kisten het standaard havenbeeld. En dat is maar een klein deel van de modernisering in de haven. In de jaren tachtig verliep ook de communicatie heel anders dan nu. De zeehavenpolitie, voorheen de rivierpolitie geheten, werkte met een enorme kaartenbak waarin ze alle informatie over de schepen bijhield. We kregen de data door via Telex, een voorloper van de fax”, vertelt Buitendijk. Ik heb later een tijd op de IT-afdeling gezeten. Met het computersysteem dat we daar ontwikkelden, werken we nog steeds.” Tegenwoordig gaat alles niet alleen computergestuurd, maar werken alle agenten met een eigen smartphone waarop ze bekeuringen uitschrijven, meldingen ontvangen, briefingen lezen of mails behandelen. Een wereld van verschil.

”Al die tijd was de man bij kennis. Ik heb iemand nog nooit zo hard horen gillen”

Meeschrijven bij autopsie
De taken van de zeehavenpolitie blijken vandaag de dag anders verdeeld dan in het verleden. Op dit moment is de zeehavenpolitie verdeeld in een basisteam, de recherche en de grenspolitie. Die onderverdeling had je vroeger niet. Het grootste deel van onze tijd ging naar grensbewaking”, vertelt Huizinga. Binnenkomende schepen opgaan, paspoorten controleren, dat soort dingen. De rest van de tijd waren we bezig met milieu en veiligheid. En hadden we een waterlijk, dan deden we alles zelf, ook de identificatie en het recherchewerk.” Het bureau aan de Sint-Jobsweg had destijds een eigen mortuarium, herinnert Huizinga, die vier jaar op de afdeling havenongevallen werkte, zich nog goed. Dan deed patholoog-anatoom Zeldenrust de autopsie en daar stond je gewoon bij, moest je meeschrijven. De geur van die lijken, dat draag je nog jaren met je mee.”

Met die herinnering komen meer verhalen boven. Verhalen die iedereen wil horen, maar niemand wil meemaken. Buitendijk: Wij waren uitgerust als ambulance met een gewondenhut en kregen zware EHBO-trainingen. Ik kan me herinneren dat er een schip de haven binnenkwam en een matroos per ongeluk tussen wal en schip sprong. Zijn been kwam tussen het schip en de kade terecht en draaide 360 graden in zijn lijf. Toen we hem eenmaal los hadden, bleek hij een slagaderlijke bloeding te hebben. Ik duwde direct mijn vuist erin en heb hem pas losgelaten in het ziekenhuis. Al die tijd was de man, een Duitser, bij kennis. Ik heb iemand nog nooit zo hard horen gillen.” Het valt even stil. Over dat soort gebeurtenissen sprak je in die tijd niet. Daar moest je maar tegen kunnen, zo was het toen. Je deed het gewoon.”

Minder macho
De kapitein zet koers naar de Prins Willem Alexanderhaven, waar de P1 met het basisteam aan de immer zonnige kade stilligt. Na de overstap op dit noodhulpvoertuig vervolgen de oudgedienden van de P5 hun vaart. Op de P1 treffen we kapitein Toon Boks, wachtend op zijn collegas Ronald Vetjens en Marco Zuiderwijk die een controle uitvoeren op een binnenvaartschip aan de overkant. Ook Boks kan zich het mortuarium herinneren, dat hij als matroos na een autopsie weleens schoon moest schrobben. Ondersteuning was er niet in die tijd”, beaamt hij. Tegenwoordig is er het Team Collegiale Opvang. Als je in een week tijd drie reanimaties hebt of iemands arm komt onder een vrachtwagen, dan krijg je daar echt wel last van. Het TCO houdt dat in de gaten, zorgt dat je erover praat. Het macho van toen is er een beetje af, al hoort het ook bij dit werk. Maar je moet dingen wel kunnen zeggen.”

In drukke districten op het land steek je je arm uit het raam en heb je bij wijze van spreken een boef gevangen. Hier moet je ze zoeken.”

De mannen aan de overkant zijn klaar, hoort Boks via de marifoon. De P1 zet koers naar de andere kant, waar Vetjens en Zuiderwijk in volledige uitrusting langs de hoge kade lopen alsof het een stoepje is. De schipper mopperde een beetje dat ze er alweer waren, vertelt Vetjens als hij de kajuit binnenkomt. We hebben laatst zijn vorige schip gecontroleerd, maar dit schip hadden we al een aantal jaren niet meer gecheckt.” Waar de zeehavenpolitie vroeger gewoon ging varen, rondkeek en puur handelde op intuïtie, maken de zes ploegen van het huidige basisteam vooraf een globaal plan voor de surveillance naast de noodhulpmeldingen. Toch maakt intuïtie nog altijd deel uit van het werk. Vetjens: In drukke districten op het land steek je je arm uit het raam en heb je bij wijze van spreken een boef gevangen. Hier moet je ze zoeken. Je kunt langs een schip varen en denken dat er niks aan de hand is, maar er speelt zich soms van alles af aan boord.”

Contrast
Vroeger was de rivierpolitie voornamelijk bezig op het water”, vertelt Boks. Nu maken we deel uit van de noodhulp in Rotterdam, dus word je voor allerlei meldingen opgeroepen, ook op het land. De ene dag zit je in de auto, de andere dag op de boot.” De relatieve rust van het surveilleren staat in schril contrast met de hectiek van de noodhulpmeldingen. Krijg je een melding, dan ben je daar vaak uren mee bezig”, zegt Zuiderwijk. Aanvaringen, mensen die overboord vallen, brand of reanimaties – je komt van alles tegen.”

Naast die meldingen kent de huidige tijd zijn eigen problematiek. De drugscriminaliteit wordt alleen maar groter en ook treft de zeehavenpolitie steeds vaker inklimmers, migranten die in containers klimmen om naar Engeland door te reizen. Soms vind je er twee of drie, soms tientallen, ook kinderen”, aldus Zuiderwijk. Vaak Albanezen die hun geluk willen zoeken in Engeland. Daar hebben we dagelijks onze handen vol aan.”

Ondertussen is de blauwe lucht dan toch overgenomen door dreigende wolkenpartijen. Een fikse regenbui barst los, om vervolgens na een minuut of tien weer over te waaien. Zo veranderlijk als het weer, zo zijn dus ook de dagen van de zeehavenpolitie. En hoeveel er ook veranderd is in die 125 jaar, dat zal waarschijnlijk altijd zo blijven.

Tekst

Anouk van Bruggen

Beeld

Zeehavenpolitie

Meer artikelen

Altijd veilig, op hoogte en op diepte

6 augustus 2020

Wie met hijs- en hefmiddelen of op hoogte werkt, wil er zeker van zijn dat hij of zij veilig werkt. Dat betekent niet alleen dat je...

Lees het hele artikel

”Als een man dit kan, kan ik het ook”

4 augustus 2020

Shannen van Hien (27), op Instagram bekend onder de naam Miss Harbour, is one of the guys in de Rotterdamse haven. Ze is de enige...

Lees het hele artikel