Op zoek naar het verhaal aan tafel

9 september 2019

De kans bestaat dat je een tafeltje krijgt toebedeeld naast een grote havenbaron of – we noemen even iemand – Giovanni van Bronckhorst. Parkeer je auto maar naast die Bugatti. Maar vooral kan iedereen bij The Harbour Club rekenen op een gastvrij onthaal, heerlijk eten en een ongedwongen sfeer, aldus bedrijfsleider Koen Schipper. Voor Onze Haven toog Moniek Kuipers, na een gênante ervaring van negen jaar daarvoor, opnieuw naar de villa in Het Park. Op haar sandalen.

Mijn allereerste kennismaking met The Harbour Club is een herinnering die ik graag vergeet. Het was hartje winter 2010 en ik werd door mijn toenmalige werkgever uitgenodigd voor een zien en gezien worden-reclamebureauborrel. Beter bekend als een avond schaamteloze zelfpromotie onder het mom van netwerken. Ik reed mijn sportbolide – met uiteraard te weinig pk om op deze plek indruk te kunnen maken – tot aan het valet parking-bordje. Mijn hoge hakken maakten voorzichtige stappen uit de auto en BAM. Languit op het trottoir. NEE! Iemand het gezien? Ie-de-reen had het gezien. Van de jolige gasten op het balkon tot aan de gezellige mensen thuis in Crooswijk. Niets gebroken, behalve mijn ego. Je begrijpt, de rest van de avond zette ik met het schaamrood op de kaken mijn beste beentje voor om er wat van te maken. Maar och heden, steeds weer die flashback: BAM.

Fotoshootlocatie

Negen jaar later (en wijzer) stap ik op sandalen het Euromast park door. The Harbour Club ligt op loopafstand van mijn huis, dus de valet parking sla ik gelukkig even over. Op het trottoir (wat ik van bijzonder dichtbij ken) staat een bruidje in vol ornaat te poseren. Haar kersverse echtgenoot loerend naar de glimmende auto’s voor de deur. Het is heet buiten, maar iedereen loopt er catwalk-klaar bij. Jasje, dasje. Hakje, lakje. Ook al is dit tijdstip een beetje een lastig tijdvak – de periode tussen lunch en diner – je voelt direct: hier gebeurt iets. Gasten lopen naar binnen op weg naar het balkon voor een avond private dining. Een koppel zoekt verkoeling in de vorm van een fles rosé. De laatste hand wordt gelegd aan het opdekken van de tafels. Het is wachten tot het feest losbarst.

Vandaag spreek ik met Koen Schipper, sinds viereneenhalf jaar bedrijfsleider van The Harbour Club Rotterdam. We ploffen neer in een halfronde terras booth. Vanaf hier kijken we uit op de Euromast, barbecueënde zonaanbidders en heel veel groen. De bijna honderd jaar oude villa – waar in het verleden het voormalige Parkzicht in gehuisvest was – staat er nog altijd statig bij. Tijdens mijn uur met Schipper wordt al snel duidelijk dat we hier met een échte horecaman te maken hebben. Zijn ogen schieten van links naar rechts over het terras. Ik hoor hem denken: ‘Hebben we tevreden gezichten? Loopt alles strak?’

Vergelijken

Het verhaal van The Harbour Club startte in 2008 in de haven van Scheveningen. Hier werd de eerste zaak onder deze naam geopend. Tegenwoordig opereren er vier vestigingen onder deze naam: twee in Amsterdam, één in Vinkeveen en de laatste in de havenstad. Laatstgenoemde werd afgelopen mei heropend met een spetterend feestje na een verbouwing. De boel werd flink onder handen genomen, maar uiteindelijk is er voor de gast weinig veranderd. Schipper: “Het is dezelfde zaak, met dezelfde kwaliteit. Maar dan met een gouden haai boven de bar.” Vaak wordt de zaak in Het Park vergeleken met The Boathouse Café in het New Yorkse Central Park. Zelfs op hun eigen website. Schipper: “Ik vind dat dus niet meer zo nodig. We hoeven ons niet meer te meten met anderen. Dat doen anderen steeds vaker met ons.”

‘We hebben wel een beetje het imago van stout, maar eigenlijk valt dat hartstikke mee’

Wat is het geheim van dit Rotterdamse horeca-icoon? Volgens Schipper zit het hem in de kwaliteit van gastvrijheid: “Wij zoeken het verhaal aan tafel. Voor ons is de avond niet geslaagd als we niet hebben ontdekt waar de gasten die avond naar op zoek zijn. We willen dat alles tot in de punten verzorgd is. Dat het mensen mag smaken. Maar zonder het uitpluizen van dat verhaal, hebben wij ons werk niet goed gedaan.” En Schipper blijkt hierin een natuurtalent. Wellicht wel daarom werd hij door de eigenaren van The Harbour Club gestrikt om bij hun te komen werken. Niet als sommelier, maar als bedrijfsleider.

Schipper lijkt hier goed op zijn plek. Gehuld in een lichtblauw pak met een klein structuurtje komt hij zowel ‘zondags casual’ als gekleed voor de dag. Helemaal in lijn met het gemêleerde publiek wat langzaamaan het terras opzoekt. Een Rotterdamse architect stapt binnen en wordt gegroet als kameraad. En dat blijkt de tendens. Vaste gasten voelen zich hier op hun gemak. “Hier kan ook eigenlijk alles”, zegt Schipper. “Wil je met je vrouwtje een romantisch avondje doen. Prima. Wil je een beetje pochen en het mannetje uithangen? Kan ook. We hebben wel een beetje het imago van stout, maar eigenlijk valt dat hartstikke mee.” Ik merk op dat je bij binnenkomst de woorden Bad Boy Club leest op het eerste graffitiwerk. Schipper lacht en stemt in: “Tsja, misschien ook wel.”

Giovanni, Dirk en Bentleys

De bekende Rotterdamse alsook Nederlandse clientèle van The Harbour Club is natuurlijk ook wel een ultiem decor voor sterke verhalen. Het zijn niet alleen havenbaronnen en olieboeren die in deze zaak hun zuurverdiende centen kapot smijten. “Vanavond komt Giovanni eten met het gezin. En soms belt Dirk mijn 06-nummer voor een tafeltje. Tja, dat vinden de kids thuis prachtig als die namen op het schermpje verschijnen.”

Maar ook op andere plekken kijk je je ogen uit. “Vandaag stond de gehele oprijlaan vol met de allerdikste auto’s.” Brullende Bugatti’s, felgele Lamborghini’s, zoemende Ferrari’s. Het was de tiende editie van de Sophia Delfshaven Rally, een rondrit voor zieke kinderen in exclusieve auto’s met eindstop dit terras. Naast een fiks geldbedrag dat werd opgehaald, mochten de tweehonderdvijftig deelnemers een heerlijk hapje komen eten. Schipper: “Ook dát doen we.”

‘Als je het mij vraagt, is The Harbour Club Rotterdam de beste van allemaal’

Volgend jaar viert The Harbour Club zijn tiende verjaardag. En wat een decennium is het geweest. Ze hebben de crisis zonder kleerscheuren overleefd. De nieuwe aanwas van horecazaken hindert de aanloop niet en het restaurant blijft zich ontwikkelen. “Als je het mij vraagt, is The Harbour Club Rotterdam de beste van allemaal. Niet alleen de zaak, maar ook het team. We zijn meer dan collega’s. Familie. Já, dat is het. En dan voelt werken als thuiskomen. Daarom blijft iedereen hier ook plakken.”

Wat kunnen we verwachten in de toekomst? “Nu alle zaken zo stevig in de schoenen staan, is er weer ruimte voor uitbreiding”, zegt Schipper. Waar dat gaat gebeuren, vertelt hij niet. Ik hoop in ieder geval op een vestiging in de Rotterdamse haven. Ik zie het wel voor me; een tweede The Harbour Club Rotterdam op de Tweede Maasvlakte. Met visjes zo uit het Noordzeewater vers op je bord, valet parking voor je luxe jacht en dan na een wijntje teveel lekker naar huis met de watertaxi. En natuurlijk de mooiste verhalen aan tafel. Of ze nu sterk zijn of niet.

Tekst

Moniek Kuipers

Beeld

Moniek Kuipers/ The Harbour Club Rotterdam

Meer artikelen

Stuurvrouw Jenny van As, een bohemian soul met een havenmentaliteit

9 september 2019

Achttien jaar geleden verloor Jenny van As haar hart aan het water én aan de Rotterdamse haven. Het moment waarop kan ze zich nog goed...

Lees het hele artikel

Als een vis op het Rotterdamse water

9 september 2019

De Maas verkennen op één van de snelste RIB-boten van Rotterdam. Verborgen plekken ontdekken op een avontuurlijke manier. De prachtige Rotterdamse architectuur bekijken vanuit een...

Lees het hele artikel