Voorop in de energie transitie
Alice Krekt staat voor een flinke klus: als programmadirecteur Deltalinqs Climate Program magzij de bedrijven in de Rotterdamse haven voorbereiden op de energietransitie. De energieke planoloog, een van de zeven Rotterdammers die we volgens Versbeton in 2019 in de gaten moeten houden, met een grote affiniteit voor water was al in haar jeugd fervent zeiler. Haar vader werkte bij Van Oord en haar opa had een heus anker op zijn arm. Een leidende rol in de Rotterdamse haven past dus wel in het straatje van Krekt.
“Ik ben grootgebracht in de jaren 70, dat betekende discussies over de komst van een snelweg door Amelisweerd en verantwoorde traktaties op school, zoals radijsjes. In die tijd is het gevoel gekweekt dat het belangrijk is zelf een steentje bij te dragen aan een betere wereld. Ik ben geboren en getogen Friezin, maar woon met mijn gezin al ruim 20 jaar in Rotterdam. Een fantastische stad. Voor mijn rol als programmadirecteur bij Deltalinqs Climate Program (DCP) heb ik diverse functies mogen vervullen bij onder meer het Havenbedrijf Rotterdam en Arcadis. Bij het Havenbedrijf werkte ik mee aan de ontwikkeling van de Tweede Maasvlakte. Over deze havenuitbreiding was veel discussie. Op zo’n moment werk ik graag mee, zodat verstandige keuzes worden gemaakt. Langs de zijlijn kun je niet veel betekenen.”
‘Langs de zijlijn kun je niet veel betekenen’
Waar staat het programma voor?
“DCP is een samenwerking van bedrijven die de CO2-reductiedoelstellingen willen behalen en tegelijk ook hun concurrentiepositie willen verbeteren. De Rotterdamse industrie moet een grootdeel van de nationale CO2-reductie doelstellingen realiseren. Daarnaast moet de mobiliteit en energievoorziening van de bebouwde omgeving worden verduurzaamd. Het programma helpt bij de benodigde innovatie op technisch, organisatorisch en commercieel gebied. DCP wordt vertegenwoordigd door ambassadeurs en vertegenwoordigers van bedrijven uit de haven. Er zijn gezamenlijke afspraken gemaakt; Letters of Cooperation (LOC). Samen met onze leden starten wij innovatieprojecten om invulling te geven aan de LOC’s van het DCP.
Via deze projecten vormen we innovatieve businesscases die op het korte termijn kunnen worden toegepast. Voor de projecten met een langere doorlooptijd, werken we onder andere samen met SmartPort.”
Kun je een voorbeeld geven van een lopend project?
“H-vision is het grootste project in ons programma. Hierbinnen werken zestien partijen uit overwegend het havenindustriegebied samen aan een haalbaarheidsstudie naar de productie en toepassing van blauwe waterstof in de haven. Met blauwe waterstof kan de industrie al op korte termijn bijdragen aan substantiële vermindering van de CO2-uitstoot en een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de nationale klimaatdoelen.
Verder onderzoeken we met en voor bedrijven de energiemix van de toekomst voor de industrie. Dit project helpt bedrijven bij het bepalen van toekomstige brandstoffen voor hun processen, en de netbeheerders en het Havenbedrijf kunnen er hun langetermijnplannen op afstemmen.”
Waarom is het voor bedrijven in de haven belangrijk mee te werken aan dit programma?
“Bedrijven profiteren van de samenwerking in onze projecten en van ons solide netwerk. De kennis delen we met alle leden. Zoals bij Power2Heat: hierbij zetten we elektriciteit in voor warmteopwekking, dit passen we ook al toe in de praktijk en het levert interessante informatie op die we via dit platform kunnen delen. Het is mooi meegenomen dat onze projecten de steun krijgen van de Provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam.”
De overheid ondersteunt DCP dus. Welke uitdaging heb je in het verbinden van deze overheid en het bedrijfsleven in de haven?
“Verbinding leggen is mijn werk. Juist die brug slaan en namens bedrijven spreken is heel nuttig. Voor de overheid is het belangrijk dat Deltalinqs kennis en ervaringen deelt en dat wij een duidelijke spreker zijn namens de bedrijven in de haven. Samen moeten we een ambitieus nieuw industrie beleid vormgeven.
Waar ligt de grootste behoefte?
“Bij beslissingen over randvoorwaarden, zoals de energie-infrastructuur van de toekomst. In de industrie hebben bedrijven ongeveer één keer in de zes jaar een onderhoudsstop. Die richten ze jaren van tevoren al in. Moeten zij overgaan naar elektriciteit of waterstof, dan moet het voor hen duidelijk zijn dat er voldoende aanbod is. De elektriciteit uit duurzame bronnen moet dan opgeschaald worden.
Die stops richten ze jaren van tevoren in. Dat is voor hen dus ook een natuurlijk moment om over te stappen op duurzame brandstof. Als wij willen dat ze overstappen op bijvoorbeeld elektriciteit of waterstof, moeten we ruim van tevoren duidelijk maken dat er voldoende aanbod is op het moment dat zij hun onderhoudsstop hebben. Om die belofte straks waar te maken, moeten we nu al het aanbod van elektriciteit uit duurzame bronnen opschalen.”
Wat is er verder nodig?
“Stimulerende wetgeving. Het instellen van een CO2-prijs heeft bijvoorbeeld maar een minimaal effect. In het klimaatakkoord is een bonus-malusregeling voorgesteld, die zeer effectief kan werken én rekening houdt met de concurrentiepositie van Nederland.
Personeel is ook een groot probleem, nu en in de toekomst. Om dit op te lossen, is recent het Koepel Rotterdams Leerwerk Akkoord ondertekend door een brede coalitie van werkgevers, overheden en opleiders. Dit akkoord biedt een integrale investeringsagenda voor de arbeidsmarkt in de regio en is opgesteld als handelingsperspectief voor een arbeidsmarktregio die, als gevolg van technologische en maatschappelijke ontwikkelingen, grote veranderingen tegemoet gaat.”
Voor DCP is het Klimaatakkoord uiteraard een belangrijk document. Er is nu een concept gereed. Kun jij je daarin vinden?
“Ik ben er tevreden mee, al zijn er nog wat open eindes. Ik hoop dat de oproep voor collectiviteit van Steven Lak tijdens het Deltalinqs Jaardiner 2019 ter harte wordt genomen. Bedrijven en overheid moeten het samen doen. De politiek moet nu wel zorgdragen voor de juiste lastenverdeling en beslissen over randvoorwaarden als energie infrastructuur, opwekversnellingen innovatiebudget. Daadkrachtig optreden is noodzakelijk.”
Voelt het af en toe als een druppel op de gloeiende plaat?
“Nee, helemaal niet. Je moet het in perspectief blijven zien en niet uit de pas lopen op wereldniveau, dat werkt niet. Kijk naar de Deltawerken, daarmee zijn wij internationaal een voorbeeld. Het zou zomaar kunnen dat onze innovaties ook als voorbeeld gaan gelden.”
De Rotterdamse haven was tot 2004 de grootste haven ter wereld. Wat vind je van de ambitie om nu de meest duurzame haven te worden?
“Dat is een mooie ambitie, ja. Maar laten we bij die ambitie dan samenwerking vooropstellen. Het moet geen wedstrijdje zijn wie het beste of de grootste is.”
Dat Rotterdammers in de volksmond niet lullen maar poetsen, bleek begin 2019 eens te meer. Wethouder van Werk en Inkomen Richard Moti presenteerde het Leerwerkakkoord...
Lees het hele artikel Wie had gedacht dat het bureau van Watertalent – het platform dat havenbedrijven en talent op uiteenlopende manieren samenbrengt – ergens in een havenloods in...
Lees het hele artikel