Menno Huijs, programmamanager haveneconomie bij de gemeente Rotterdam, weet precies wat hij wil: haven en stad met elkaar verbinden. Voor Onze Haven gaat hij elke editie in gesprek met een professional die zich hier actief mee bezig houdt. Deze aflevering: Mai Elmar, directeur van de Cruise Port Rotterdam.
Menno: “Hoe gaat het, Mai, met het cruisetoerisme in de stad?”
Mai: “Goed! Ooit spraken we hoopvol over 30 schepen per jaar, inmiddels doen jaarlijks zo’n 80 cruiseschepen de Rotterdamse haven aan! De markt groeit elk jaar, ook voor Europa. De geopolitieke situatie speelt natuurlijk een rol en in hoeverre dit gevolgen zal hebben, is lastig in te schatten – er zijn op dit moment havens die nog maar zeven cruise calls tellen tegen 330 het jaar ervoor. Maar los daarvan, Rotterdam is een prachtige cruisebestemming. Met onze haven, rijke geschiedenis, 174 nationaliteiten… Voor mensen uit omgeving Düsseldorf, Keulen en Aken liggen wij ideaal: binnen tweeëneenhalf uur kunnen zij op een Aïda, P&O of Holland-Amerika-lijn stappen. Daar moeten we meer mee doen.”
Menno: “Die groei is misschien ook te verklaren doordat cruisen niet meer alleen voor de happy few is.”
Mai: “Zeker. Vroeger was Rotterdam een soort Schiphol op water; je stapte op een schip wanneer je immigreerde of op zakenreis ging. Met de komst van het vliegtuig ging men minder varen. De cruiseschepen van nu roepen een sterk sentiment op bij de Rotterdammers. Toen jaren geleden ineens een Holland-Amerika schip Rotterdam aandeed, werd dat duidelijk. De kades stonden bomvol trotse Rotterdammers. Daar moeten we wat mee, dachten ze bij de gemeente en haven. Dit sentiment geeft focus: we brengen letterlijk de haven weer de stad in.”
Menno: “Ik zie ook dat cruiseschepen op gebied van kennisontwikkeling en innovatie echt op de troepen vooruit lopen.”
Mai: “Daarom vind ik het zo jammer als er een onjuist beeld wordt geschetst met betrekking tot cruiseschepen en milieu. In een artikel van The Guardian over het ms Harmony of the Seas stonden veel feitelijke onjuistheden. Drie weken later werd dat in een kort stukje op pagina 14 gecorrigeerd!? Kijk, je moet het nooit mooier maken dan het is, maar verdoemenis schetsen maakt mensen onnodig bang. AIDAprima gebruikt bijvoorbeeld LNG als walstroom, dat is bijna zonder uitstoot en reukloos. In 2018 loopt het eerste schip van stapel dat op LNG gaat varen. In onze wateren vaart men al sinds jaar en dag op laagzwavelige diesel – dat is verplicht. Bijna elk cruiseschip is uitgerust met scrubbers. En dan heb ik het nog niet eens over reflecterende epoxy, LED verlichting… We zijn er nog niet maar het is belangrijk om dat wat er al is te delen.”
De interviewer breekt in. Een veelgehoord argument tegen cruisetoerisme is dat de passagiers uitstromen naar Amsterdam, Keukenhof en Kinderdijk, en eigenlijk geen cent uitgeven in Rotterdam. Hoe denkt het tweetal daarover?
Mai: “Broodje aap! Dank voor deze vraag, kunnen we die fabel meteen de wereld uithelpen.”
Menno: “Toeristen krijgen aan boord excursies aangeboden. De afgelopen 10 jaar zijn daar veel Rotterdamse tours bijgekomen waar ze uit kunnen kiezen; wandel- en fietstochten, musea… Sommigen gaan inderdaad de stad uit, maar dat zijn altijd maar een aantal bussen, en je hebt toch zo’n drie a vierduizend man aan boord. Vijftig procent van de passagiers boeken tours aan boord, de rest gaat zelf op pad. En zo’n tour duurt gemiddeld 4 uur – daarvoor of erna gaan mensen de stad in.
Mai: “We hebben ook een shuttleservice naar het centrum die stopt bij het Maritiem museum en de Markthal. Toen Aïda een keer niet kwam, kregen wij zelfs telefoontjes uit de Markthal: ‘Wat is er aan de hand? Het is zo stil vandaag?’ Wat bleek, zij maken 30 tot 50 procent extra omzet op dagen dat er een schip ligt! De 4-uur-tours doen ook Schoonhoven, Delft en Schiedam aan. Wij zetten Rotterdam proactief op de kaart, maar mensen komen ook voor het gebied eromheen. En daar ligt ook onze kracht: je hebt hier namelijk én de stad én nog andere leuke bestemmingen binnen een half uur bereikbaar.”
Menno: “Ik denk dat we nog meer economisch profijt uit de cruise kunnen halen. Niet enkel toerisme: boten moeten gerepareerd en onderhouden worden, dat kun je oppakken met onze scheepsbouw. En daar zit ook weer een hele ring aan zakelijk dienstverlening omheen. Drie jaar geleden lag hier Oasis of the Seas; 80 bedrijven haalden in totaal 100 miljoen euro aan orders op! Die wil ik hier veel meer. Daarvoor moet je natuurlijk een concurrerend product aanbieden, maar je hebt ook de wind in de zeilen nodig. Met de Oasis toen, was de arbeidsinspectie ontzettend streng in verband met (riding)crew – de tewerkgestelde vreemdelingen aan boord. Wij lijken veel strenger in inspecties te zijn dan andere buurlanden en lopen daardoor orders mis…
Mai: “De wet moet je volgen, daar kan geen discussie over zijn. Helderheid en weten waar je aan toe bent als rederij is dan wel van uitermate groot belang. Weet je dat niet, dan kan het zomaar zijn dat een andere haven of droogdok wordt verkozen…”
Menno: Het doet BV Nederland, ons maritieme cluster, geen goed. Rederijen wijken nu uit naar Frankrijk. Zonde als je orders misloopt, want de scheepsbouw heeft het al zwaar. Daar voel ik me op aangesproken. Met strengere inspecties bereik je niets, wel met goede communicatie en alle hoofden dezelfde kant op. Zeg Mai, heb jij weleens gecruist?”
Mai: “Best vaak. In de Caribbean, het Middellandse zeegebied. Hamburg, Kopenhagen… Ik vind het een heerlijke manier van vakantie vieren. Je checkt in, het hotel reist mee, je hebt van alles: lekker eten en drinken, muziek, theater, zwembaden, massages, kooklessen, lezingen, wijncursussen… Op veel schepen kun je zelfs surfen, schaatsen, wandklimmen…”
Menno: “Ik moet toch maar een keer gaan, als ik jou zo hoor! (lacht)”
Mai: “Zeker doen, het is tegenwoordig ook écht voor alle leeftijden. Voor mij is het ook een goede manier om andere havens te zien. Daarmee begrijp ik beter waar rederijen op letten: wat is belangrijk, wat wil je als passagier, hoe kom je aan? Service en een mooie ontvangst is belangrijk. Een eerste indruk doe je nooit over.”
Menno: “In Hamburg heb je jaarlijks de Cruisedagen, dan is de hele haven in blauw licht omhuld en wordt de cruise echt in het zonnetje gezet. Geven wij de cruise in Rotterdam genoeg aandacht? Of hebben wij hier weer last van onze valse bescheidenheid?”
Mai: “Een bredere plek binnen de Wereldhavendagen zou kunnen. Echter, de ferry heeft die plek al en soms ligt er een cruiseschip – dat is dan heel mooi. Wij kiezen gedurende het hele jaar momenten uit die we feestelijk vieren. Zoals bij een nieuw schip, dan pakken we uit met vuurwerk, bloemen, koren, onze stadsdichter… Tijdens de Wereldhavendagen vieren we de haven meer in alle breedte, waar de ferry – en steeds vaker ook de cruise – een onderdeel van is.”
Menno: “We hebben hier alles. Dat maakt het misschien ook moeilijk om je daarbinnen te positioneren. Ik zie de cruise echt als het verborgen juweel van de haven.”
Mai: “Dat is mooi gezegd: een verborgen juweel. We maken de haven met cruise ook letterlijk weer zichtbaar in de stad. Het levert ook wat op: conservatief berekend gemiddeld zo’n €500.000 per schip, waarvan de helft voor de stad en de helft voor de haven. Voor 2017 is dat zo’n 45 miljoen opbrengst. Maar de emotie bij Rotterdammers is onvoorspelbaar. Als de trossen van een bijzonder schip losgaan, kun je een speld horen vallen. Kippenvel. Een tijd geleden werd ik op de Oude Binnenweg aan mijn mouw getrokken door een oudere man: ‘Hallo wijfie, ben u van die boten?’, vroeg hij. ‘Jazeker’, zei ik. Hij: ‘Recht zo die-gaat, doorgaan hoor, grandioos’. Daar doen we ’t voor, dacht ik. Voor die Rotterdamse emotie!”
De Rotterdamse haven is tot stand gekomen door denken, doen en handelen. Altijd – en nog steeds – met het oog op de toekomst. In...
Lees het hele artikel Hoewel een laatbloeier, stond het in de sterren geschreven dat Anja Kortenbout (haven)fotograaf zou worden. “Als klein meisje al kiekte ik alles en iedereen met...
Lees het hele artikel