Courzand kopen was “pure nostalgie” van John de Roode, directeur van familiebedrijf Roodhart Group in de Waalhaven. Het 100-jarige café-restaurant, onlosmakelijk verbonden met de historie van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij en Heijplaat, dreigde verloren te gaan. Dat kon hij niet aanzien: “Een kwestie van met mijn hart denken in plaats van met mijn hoofd. Want zakelijk slaat dit op niks.”
Het begon allemaal met de boot die in Courzand stond: het demonstratiemodel van De Alkmaar. De directie van RDM nam het model in de gloriejaren mee naar Shanghai en andere havensteden overzee om te showen wat de werf kon maken. Een uniek stuk waar John al 25 jaar op aasde voor zijn kunstcollectie schepen. Elk jaar deed hij een hoger bod dan het jaar ervoor. John: “Het bedrag was opgelopen tot de prijs van een hele dikke vette Mercedes maar het antwoord bleef: ‘Nee. De boot hoort in Courzand’.”
Tot een half jaar geleden. Toen belde de eigenaar met de vraag of John nog steeds belangstelling had. “Waarom nu opeens wel”, vroeg John achterdochtig. De eigenaar bleek Courzand te willen verkopen en had geld nodig om de kok uit te kopen. “Wat kost die zaak”, vroeg John.
Soldaten
“De volgende dag belde hij mij”, vertelt bedrijfsleider Ellie Bijl. John kende haar doordat ze al achttien actief is in de horeca in het havengebied. “Hij zei: ‘Ik moet de juiste soldaten hebben, want met de juiste soldaten win je de oorlog’.” Na een week bedenktijd zei Ellie ja. “Ik was 51. Ik dacht: als ik het nu niet doe, wanneer dan.”
De eerste drie weken na haar beslissing was ze suïcidaal, verzucht ze. “Ik was twintig jaar niet in Courzand geweest. Toen ik hierbinnen kwam, schrok ik me rot. Het was een laag, dichtgetimmerd donker hol. Mijn God, dacht ik, als ik hier een maand moet werken, loop ik depressief de deur uit.”
John nam Ellie mee naar een andere soldaat die hij had geronseld: ontwerpster Sandy Warnaar. In haar studio en showroom in een voormalige carbidopslag in de Waalhaven mixt Sandy industriële materialen met erfstukken van de RDM-werf en creëert zo de sfeer van een loftachtig jagershuis. Ellie: “Het was een warm bij elkaar gestyled zooitje waar ik heel blij van werd.”
‘Toen ik hierbinnen kwam, schrok ik me rot. Het was een laag, dichtgetimmerd donker hol.’
Historie
John had een missie: Courzand terugbrengen in de staat die hij zich herinnerde van toen hij een jochie was. “Mijn ouders hebben elkaar daar ontmoet”, wijst hij naar het middelste raam aan de straatkant. Als de zon fel schijnt, wordt voor dat raam nu een rolgordijn naar beneden getrokken met daarop een historische zwart-wit foto van een RDM-schip.
“De hele familie van mijn moeder werkte bij RDM”, vertelt John. “Dit pand is in 1915 speciaal gebouwd voor de inwoners van Heijplaat; toen allemaal werknemers van RDM. De feestzaal heeft een enorme historie. Iedereen die iets te vieren had, deed dat hier: kinderfeestjes en verjaardagen, bruiloften en de doop van een schip. Het was tegelijk een danszaal, kegelzaal, bioscoop en theater. In de toptijd traden hier Vanessa, Lee Towers en Anita Meijer op. The sky was the limit.”
Na het faillissement van RDM begin jaren ’80 en door slecht management gleed Courzand steeds verder weg. John: “Ik dacht al jaren: dit kan ik beter.”
Emotioneel
In Sandy vond hij zijn partner in crime: “Vijftien jaar geleden zei ik al: slopen die boel”, herinnert de ontwerpster zich. Het ooit hoge, ronde gewelf was in de tijd verdwenen achter een verlaagd donkerhouten plafond. De zolder, waar in de oorlog onderduikers zaten terwijl beneden de Duitsers biertjes dronken aan de bar, was uit het zicht getimmerd. Het oude toneelpodium ook. “Maar het pand terugbrengen in oude stijl was een mega-investering. Dat kon en wilde niemand aangaan.” John wel. “Als een man zestig wordt, wordt ‘ie emotioneel”, grinnikt Sandy.
Op 28 januari van dit jaar stonden er om 9.00 uur ’s ochtends vijftig mannen klaar. Tien uur en 22 volle containers later was het hele interieur eruit gesloopt.
‘De zolder, waar in de oorlog onderduikers zaten terwijl beneden de Duitsers biertjes dronken aan de bar, was uit het zicht getimmerd.’
Futiliteiten
Onder leiding van Sandy en Johns zoon Kevin en het toeziend oog van John en Ellie is er zes weken verbouwd. Er werkten dertig man zes dagen per week twaalf uur per dag. Zzp’ers van wie een flink aantal al voor Roodhart werkte. John: “Ik hou ervan mensen om me heen te verzamelen aan wie ik wat heb. Op enig moment liepen hier zeven timmermannen rond. De een was bezig met de deuren, de ander met de kozijnen en de volgende met de trap of met de balustrade. Als je iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid geeft, kun je ze daar ook op aanspreken. Dat vind ik fijn.”
Ellie: “John is onuitputtelijk. Hij maakt hele volksstammen gek met z’n ‘dat doen we even’, maar maakt ze ook weer rustig. Mij ook”, bromt ze. “‘Futiliteiten’, zei hij gewoon als ik me ergens druk om maakte.”
Nicotinegeel
Sandy had vanaf het eerste contact met John nagedacht over de inrichting. Samen togen ze naar de nostalgische speciaalzaak Sijf in Oudewater voor verlichting en een trap. Sandy: “De lampen die we geschikt vonden, bleken schreeuwend duur. Toen zei John, dat heb ik daarna nog heel vaak gehoord: ‘Dan maken we ze toch gewoon zelf’. En dat hebben de mannen gedaan. De trap en de balustrade voor de vide hebben we daar wel gekocht. Die komen uit het Rembrandthuis in Amsterdam en zijn hier op maat gemaakt. Via die trap lopen gasten nu in stijl naar de vide voor een private dining.”
De rest van de inrichting ontstond organisch. “Elk pand dat ik inricht, vertelt me wat het wil. Daar luister ik naar”, zegt Sandy eenvoudig. Bij de start van de verbouwing liep Lucy binnen, een vrouw die 39 jaar in Courzand bleek te hebben gewerkt. Sandy: “Die wist dat de wanden vroeger nicotinegeel waren en dat er voor het toneel donkergroene fluwelen gordijnen hingen, tegen zwart aan. Ellie kwam met het idee van de planten. Die palmen had ze op oude foto’s gezien. Zulke input gebruik ik dankbaar.”
Omen
Courzand nieuwe stijl opende haar deuren op 13 maart. De bruine kroeg vol scheepsprullaria is omgetoverd tot grand café-restaurant in koloniale stijl. Door de ramen in de nok stroomt zonlicht op de originele houten vloer, tafels en stoelen. Ertussen draaien twee houten propellers om de warmte die opstijgt naar beneden te drukken. Aan de wanden hangen imposante zwart-wit foto’s van schepen die ooit de trots vormden van de RDM-werf: het SS Rotterdam en de Nieuwe Amsterdam. De toiletdeuren zijn op maat gemaakt rond loeizware authentieke patrijspoorten uit de collectie van John. Er is een aparte borrelruimte en een deels overkapte binnentuin. De akoestiek is verbeterd en de ruimtes zijn afgemaakt met modelschepen die John ook uit zijn eigen verzameling haalde.
De klanten, voornamelijk zakenlui uit de omgeving, kijken hun ogen uit. John is tevreden: “Ik heb de zaak gekocht om het schip te krijgen”, lacht hij. Twee weken voor de overdracht overleed papegaai Coco die zestig jaar in een kooi in Courzand had gehuisd. Een omen, vindt Sandy. “Het was tijd voor iets nieuws.”
Zware jongens, zo mogen we de drie drijvende bokken van Bonn & Mees wel noemen. Met een hijsvermogen van 400 ton zijn de Matador en...
Lees het hele artikel Menno Huijs, programmamanager haveneconomie bij de gemeente Rotterdam, weet precies wat hij wil: haven en stad met elkaar verbinden. Voor Onze Haven gaat hij in...
Lees het hele artikel