Havenvereniging Rotterdam bestaat sinds 1938, wordt gerund door vrijwilligers en telt maar liefst 1900 leden. Tien vragen aan voorzitter Kees Jan Rietveld en vicevoorzitter Marie-Louise Vlaming.
De Dag van de Haven, een eigen College Tour, de verkiezing voor Jong Haventalent, lezingen, masterclasses, bedrijfsbezoeken, netwerkborrels, barbecues. De Havenvereniging Rotterdam organiseert alles bij elkaar zo’n dertig bijeenkomsten per jaar. Aan het roer staan Kees Jan Rietveld, directeur van (communicatieadvies) Buro Rietveld, en Marie-Louise Vlaming, contractmanager bij Shell.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Waarom is de Havenvereniging belangrijk voor Rotterdam?
Kees Jan: “Wij zorgen ervoor dat professionals in de haven elkaar ontmoeten. Natuurlijk, ook zonder de Havenvereniging draait de haven gewoon door, maar wij signaleren en delen met elkaar wat er ís en verbinden. Dat wordt gewaardeerd; bedrijven sponsoren ons, het Havenbedrijf is een partner met wie we veel samenwerken. Die partijen zijn blij met onze enthousiasmering, kennis en kunde. Wij zijn letterlijk de grootste fanclub van de haven.”
Sommige mensen associëren de Havenvereniging nog met oudere heren in pakken. Onterecht?
Kees Jan: “Van de 1900 leden bestaat de helft uit werkende leden en bedrijfsleden en een derde uit young professionals. Reken maar uit. Wij organiseren events voor de specifieke doelgroepen – waarbij gepensioneerden overdag wellicht vaker gelegenheid hebben om te komen – maar ook vereniging-breed. Zo organiseert Jong Havenvereniging veel netwerkevents. De aanvoer van nieuw talent in de haven én binnen onze vereniging is één van onze grootste ambities.” Marie-Louise vult aan: “De gepensioneerde leden hebben een enorme meerwaarde voor de vereniging – ze hebben zoveel te vertellen. ‘Mijn vader is één van de oprichters’, vertelde een lid laatst trots op een borrel. Fantastisch om te horen! De historie helpt namelijk om de waarde van de vereniging te behouden.”
Wat zijn volgens jullie interessante ontwikkelingen in de Rotterdamse haven?
Marie-Louise: “Voor mij is dat de transitie naar een services-minded haven. Stel, er komt een schip aan in de haven. Dan is het mooi als er een kade, een kraan of een overslagterminal beschikbaar zijn, maar waarom regelen we niet in één keer de hele mikmak, zodat een opdrachtgever er geen omkijken naar heeft? De Rotterdamse haven moet onderscheidend en aantrekkelijk blijven. Bedrijven moeten elkaar vinden om die slag te kunnen maken. Er spelen zoveel gedeelde belangen, ook op het gebied van automatisering en duurzaam energiegebruik.”
Kees Jan: “We zullen nooit meer de grootste haven ter wereld worden, de vraag is zelfs of we in de top 10 blijven. Maar met behulp van technologie kunnen we wél de slimste zijn en een echte smartport worden. Daarvoor moeten we kunnen en durven samenwerken. Het is nog lastig alle partijen op een lijn te krijgen, het is allemaal concurrentiegevoelig, maar ik voorzie straks een stroomversnelling.”
‘De Rotterdamse haven moet onderscheidend en aantrekkelijk blijven. Bedrijven moeten elkaar vinden om die slag te kunnen maken’
Hoe draagt de Havenvereniging een steentje bij?
Kees Jan: “Met evenementen en lezingen brengen we mensen samen en bewegen hen die connectie te maken. We bieden masterclasses (Quick Port Scan) voor het bedrijfsleven, waarmee ze in een dag alle facetten en de huidige staat van de haven leren kennen. Tijdens College Tour zetten we steevast iemand neer die heel innovatief is geweest of inspirerend kan zijn voor anderen, zoals in 2016 Wando Boevé, directeur Marketing & Sales van ECT.”
Marie-Louise: “En jonge mensen proberen we te enthousiasmeren voor een carrière in de haven. Zo krijgen hbo-studenten van uiteenlopende opleidingen de kans een dag mee te lopen tijdens Rotterdam Port Intro. Dat geeft hen zo’n ander inzicht over de haven. Heb ik aan het eind van de dag tien studenten geïnspireerd, dan is dat een prachtig resultaat!”
“Onze leden zijn professionals van echte havenbedrijven”, wil Kees Jan daar nog aan toevoegen. “Maar zij komen ook uit de wereld van banken, maritieme verzekeringen en advocatenkantoren. Een lidmaatschap is slechts €25,- per jaar en voor dat bedrag verzorgen wij een breed programma. Met elkaar plezier maken hoort daar zeker bij.”
Kees Jan, jij bent nu één jaar voorzitter, maar bent geen exponent van een havenbedrijf. Dat is anders bij voorganger Jan Bert Schutrops van Vopak en bij Ronald Schinagl van Van Oord, die het stokje dit jaar van jou overneemt.
“Traditioneel komt de voorzitter van de Havenvereniging inderdaad uit de haven – ik niet. Met mijn eigen bedrijf werk ik wel veel voor maritieme klanten. We hebben zoveel pareltjes in die Rotterdamse haven. Op heel veel vlakken zijn we een wereldspeler zonder dat mensen dat in de gaten hebben. De Rotterdamse haven is dynamisch, vol ambitie én volop in de groei. Dat spreekt mij enorm aan.”
Marie-Louise, jij werd benoemd tot Jong Haventalent van het Jaar 2010, toen nog werkzaam bij Vopak. Wat spreekt jou aan in de haven?
“De dynamiek en enorme grootsheid. Joekels van schepen van over de hele wereld, de tanks. Wat we allemaal via de haven binnenkrijgen en fabriceren, en het aantal mensen dat daarbij betrokken is. Het is ongelooflijk. Voordat jij een pot pindakaas opent, zijn er zoveel stoffen en producten door de haven hier heen gegaan. Alles wat we gebruiken heeft er een knooppunt. Bij Vopak werkte ik voor de operationele dienst als sitemanager van een laadlocatie en als projectmanager voor de integratie van twee opslaglocaties. Sinds 2014 werk ik bij Shell Chemie in de logistiek. Toen Kees Jan mij afgelopen september vroeg om vicevoorzitter te worden, hoefde ik niet lang na te denken. Dit bood mij een uitgelezen kans de connectie met de ‘rauwe’ haven te behouden.”
Kwam je terecht in een mannenbolwerk?
“Ja, maar ik weet niet beter. Ik heb nooit met alleen maar vrouwen gewerkt. Ik ben vaak de eerste vrouw in een bepaalde functie. Ik praat geregeld met vrouwen over mijn werk en dan zeggen ze: ‘goh, dat gaat bij ons op de zaak toch anders’. Tuurlijk, je moet stevig in je schoenen staan, maar ik heb me altijd heel erg gewaardeerd gevoeld. Mijn droom is dan ook nog een keer directeur van een echt havenbedrijf of terminal te worden. Dream big!”
Kees Jan, jij treedt dit jaar af. Wat vind je belangrijk om achter te laten?
“De Havenvereniging moet de kunst blijven verstaan relevant te blijven – als een magneet waar je bij wilt horen. Dat kan alleen als we kritisch naar ons aanbod blijven kijken, dat moet interessant en van hoge kwaliteit zijn. Liever minder activiteiten waar men over napraat, dan meer aanbod van mindere kwaliteit. Onze doelstelling is niet twee keer zo groot worden, maar juist groeien vanaf de onderkant. Zo behoud je een stevige bodem onder je club.”
‘Liever minder activiteiten waar men over napraat, dan meer aanbod van mindere kwaliteit’
Tot slot, wil een van jullie nog iets kwijt?
Kees Jan: “Jazeker. Onze vereniging draait op vrijwilligers. We vergaderen maandelijks en doen alles zelf. Daar gaan heel wat uurtjes inzitten, maar we doen het allemaal met liefde. Het voelt eigenlijk als een gezellige sportclub met 1900 leden. En laten we wel zijn; wie is er vandaag de dag nog lid van een vereniging? Hoe het komt dat wij tóch zo goed draaien? Tja, toch weer vanuit die passie voor de Rotterdamse haven.”
In het dagelijks leven is Hans op den Dries werkzaam als douaneambtenaar. In zijn vrije tijd houdt hij zich bezig met het luisteren en kijken...
Lees het hele artikel De Landtong op Rozenburg. Daar waar de natuur en de haven stevig hand in hand gaan. Op deze bijzondere plek staat het Educatief Informatie Centrum...
Lees het hele artikel