Liefde voor de bouw en techniek

Vanuit haar liefde voor de bouw en techniek belandde Charlotte van Hellenberg Hubar-de Vreede drie jaar geleden in de prefab betonwereld van Schokindustrie en Appel Beton. De geboren en getogen Brabantse staat al dertig jaar haar mannetje in de bouwwereld. Als technisch commercieel adviseur draagt zij nu bij aan de maatschappelijke opgave om duurzaam en snel te bouwen. Charlotte werkt ook graag mee aan een charmeoffensief voor meer vrouwen in de bouw.

Charlotte komt uit een bouwtechnisch nest. Haar vader was betonconstructeur en bouwde eigenhandig mee aan het huis waarin ze opgroeide. “Als driejarige tekende ik al mee aan het ontwerp”, lacht Charlotte. “Ik heb één zus. Natuurlijk speelden we met barbies en poppen, maar de blokken en lego, dat vonden we allebei pas echt leuk.” Haar zus ging technische bedrijfskunde studeren, en aanvankelijk wilde Charlotte met medicijnen een heel andere kant op. “Maar toen puntje bij paaltje kwam, werd het toch bouwkunde. Mijn oorspronkelijke idee was architect worden. Tijdens een stage kwam ik erachter dat ik daar niet gelukkig van zou worden. Geef mij maar de pure constructieleer en bouwtechniek.” Na haar studie bepaalde vooral het toeval hoe haar werkende leven verder vorm kreeg. “Na het krijgen van drie dochters, heb ik bewust een aantal jaar weinig uren buitenshuis gewerkt. Later werden dat er steeds meer. Mijn eerste baan was bij een aannemer op de calculatieafdeling, daarna belandde ik bij de afdeling kopersbegeleiding. Ik werkte in betonwapening en bij een bedrijf in natuursteen.”

Goede klik
Tweeënhalf jaar geleden wilde ze iets anders, en zo kwam Charlotte via een detacheringsbureau in contact met Schokindustrie. “Er was meteen een goede klik. Als technisch commercieel adviseur werk ik nu voor Schokindustrie in Zwijndrecht en Appel Beton in Opmeer, beide zijn dochterondernemingen van de Hoop Groep uit Terneuzen. We leveren onder andere prefab betonnen funderingsbalken, bergingsvloeren, wanden en heipalen. Alles op maat. Mijn collega stelt de offerte op, hierna ga ik ermee aan de slag. Ik houd contact met de aannemer en hoop natuurlijk dat we tot verkoop over kunnen gaan. Ik vind het contact met collega’s, klanten en het commerciële spel erg leuk. Klanten zijn vooral bouwbedrijven, aannemers die actief zijn op de woningbouwmarkt.”

Charlotte volgt de marktontwikkelingen in de bouwsector op de voet. Welke nieuwbouwprojecten komen eraan? Welke effecten heeft de stagnerende woningmarkt en traag verlopende vergunningstrajecten? “Op het moment is de markt best lastig. Ik verwacht wel dat dit tijdelijk is. Iedereen weet dat er nog heel veel nieuwe woningen nodig zijn, en deze zullen vroeg of laat gebouwd gaan worden.”

Prefab bouwen de trend
Prefab betonnen funderingen zoals Schokindustrie die levert, zijn een goed alternatief voor het traditionele in het werk storten van beton. “Dat kost namelijk meer tijd, zorgt voor meer afval op de bouwplaats en heeft meer CO2-uitstoot. Prefab beton is dus duurzamer en levert vooral tijdwinst op. Dat is een groot voordeel nu de woningnood groot is, en we vooral snel moeten bouwen. Seriematige woningbouw met prefab onderdelen is de trend, waar wij goed op inspelen.” Beton heeft zich al eeuwen bewezen als een heel goed constructiemateriaal en zal vooral nodig blijven in de bouw, zeker als fundering voor woningen. “Onze betontechnologen doen voortdurend onderzoek naar meer duurzame en circulaire betonsamenstellingen.”

Geen eendagsvlieg
Charlotte is trots op haar werk bij Schokindustrie. “Het is een bijzonder mooi bedrijf met een lange geschiedenis en een goede reputatie in de markt. We werken met een klein team op kantoor. Leuke collega’s die net zo gedreven zijn als ik. We dragen met onze producten graag bij aan de maatschappelijke opgave om nieuwe woningen te bouwen waarin mensen met plezier kunnen wonen.” Schokindustrie is ook een stabiel bedrijf dat zich richt op de lange termijn, met weloverwogen investeringen. “Als oud-familiebedrijf houdt het bedrijf vast aan traditionele waarden en dat merk ik dagelijks. Schokindustrie is geen eendagsvlieg en heeft oog voor de toekomst.”

‘In Nederland baren de criminaliteit en de toenemende verschillen tussen mensen me zorgen. Veel mensen hebben een kort lontje.’

Buitenmens
Naast haar werk is Charlotte graag buiten. Wielrennen, wandelen, golfen. “We hebben een wielrenclubje met een aantal stellen. Op zondagochtend maken we vaak een tocht, meestal zo’n 60 kilometer, met een pauze met koffie en appeltaart. Met een vriendin ben ik nu aan het trainen voor de vierdaagse van Nijmegen. Daarnaast ga ik graag borrelen en eten met vrienden en familie. Brabantse gezelligheid”, lacht Charlotte.

“Ik ben een blij mens, en vooral trots op mijn dochters, hoe zij hun weg hebben gevonden. Ze zijn zelfstandig en gelukkig. Tegelijkertijd maak ik me wel zorgen over de wereld waarin we leven. Met name over oorlogen, hongersnood en overbevolking. De toenemende criminaliteit in Nederland en de toenemende verschillen tussen mensen. Veel mensen hebben een kort lontje.”

Onbekend maakt onbemind
Haar keuze voor bouwtechniek heeft Charlotte een boeiende werkomgeving gebracht. In de traditionele sector zoals de bouw, komt ze echter ook regelmatig tegen dat een opdrachtgever geen vrouw als gesprekspartner verwacht. “Dan vragen ze mij of ze iemand kunnen spreken die inhoudelijke vragen kan beantwoorden”, lacht Charlotte. “Ik ben eraan gewend, maar verbaas me er wel over. In Scandinavische en Aziatische landen zie je meer vrouwen in de techniek werken.”

Hoe het komt dat we in Nederland daarin achterlopen? “Het aantal meisjes dat exacte vakken kiest op de middelbare school, is nog steeds klein. En daar begint het. In het verleden heb ik daarom op scholen voorlichting gegeven over werken in de bouw. Dat gebeurde via een inschrijving. Uiteindelijk waren het daardoor alleen de jongens die ik voor me had. Onbekend maakt onbemind. Dat vind ik jammer.”
Mijn middelste dochter koos voor een technische studie, civiele techniek. Mijn oudste dochter is psychologie gaan studeren en mijn jongste dochter studeert nu MBRT, een combinatie van gezondheidszorg en techniek. Alle drie heb ik gesteund in hun keuze. Je moet namelijk vooral iets gaan doen wat je leuk vindt. Toch hoop ik dat meer meisjes en vrouwen voor een technische studie of technisch beroep zullen kiezen en dat de technische sector daardoor meer divers zal worden. Als vrouw breng je iets anders mee op de werkvloer. Dat is voor elk bedrijf goed.”

Langer doorwerken na haar pensioen zoals haar collega Otto van den Broek, vindt Charlotte nu nog te vroeg om over na te denken. “Ik ben nu 53. Als je merkt hoe de digitalisering een vlucht neemt, en ontwikkelingen in de markt steeds sneller gaan, dan laat ik de toekomst vooral op mij afkomen. Behalve gezond en fit blijven met lieve mensen om mij heen, heb ik geen bijzondere dromen. En ik koester mijn werkplek met veel zelfstandigheid, leuke projecten en collega’s.”