
Floating Farm aan de Merwehaven is een wereldwijd symbool van Rotterdamse lef en innovatie. Pioniers Peter en Minke van Wingerden willen de komende jaren minstens vijf nieuwe drijvende boerderijen opzetten in het buitenland. Ondertussen werkt een team van 11 medewerkers en 40 vrijwilligers in Rotterdam dagelijks aan een duurzamere toekomst. Maar die is nu onzeker. De gebiedsontwikkeling van M4H lijkt de drijvende droom te verstoren.
De Floating Farm heeft iets magisch. Het rauwe industriële havengebied, een glinsterend wateroppervlak. Op het drijvende ponton herkauwen vredig de koeien. De geur van hooi en verse melk komt je tegemoet. “We willen mensen bewust maken van waar hun eten vandaan komt”, vertelt Minke van Wingerden. “Veel stedelingen hebben geen idee meer. Ze zien voedsel als iets wat in de supermarkt ontstaat.” Maar de Floating Farm is veel meer dan een koeienboerderij alleen.
“Het idee ontstond in New York, na hurricane Sandy”, vervolgt Minke. “Mijn man Peter was daar in 2012 al bezig met drijvend bouwen. Toen Manhattan na de overstroming dagenlang zonder voedsel zat, dacht hij: wat als we drijvende boerderijen bouwen? Daarmee kun je voedsel produceren, onafhankelijk van transport en extreme weersinvloeden.”
Terug in Nederland werd Peters plan werkelijkheid. De Floating Farm kwam in de Merwehaven te liggen en werd een wereldwijd icoon van innovatie en duurzaamheid. “Met dit prototype drijvende boerderij laten we zien dat het kan. Met als doel het concept wereldwijd uit te rollen, vooral naar waterrijke landen die nagenoeg al hun voedsel importeren, zoals Japan en de Antillen.”
Waarom Minke besloot dit project samen met haar man vlot te trekken? “Mijn roots liggen in Friesland”, legt ze uit met een twinkeling in haar ogen. “Als kind ging ik bramen plukken en at ik wat mijn moeder kookte gebaseerd op de seizoenen. Dat was zo vanzelfsprekend. Maar door Peter, mijn man, ben ik in Rotterdam terechtgekomen, waar we onze twee zonen hebben grootgebracht. Toen besefte ik hoe bijzonder het eigenlijk is om die connectie met de natuur te hebben. In de stad weten veel mensen niet eens waar een bes groeit of wat een seizoen betekent voor gewassen. Veel stedelingen zijn wat dat betreft compleet ontworteld. Dat miste ik enorm, ook voor mijn kinderen.” Met de Floating Farm wil Minke die verbinding herstellen: tussen stedelingen en boeren, tussen mensen en hun voedsel. Bewustwording begint bij weten waar je eten vandaan komt. Minke en Peter nemen hun kleinkinderen nu maar al te graag mee naar hun boerderij. “Zij noemen onze frambozenkarnemelk ‘beppemelk’. Hoe mooi is dat?”
Floating Farm heeft een aantal vaste afnemers: een aantal supermarkten en hotels in Rotterdam. Tijdens de coronapandemie opende de boerderij tevens een eigen winkel, waar buurtbewoners hun verse zuivel, melk en yoghurt, maar ook kaas en andere lokale producten kunnen kopen. “Wat ik mooi vind, is dat mensen de puurheid van onze producten waarderen”, vertelt Minke. “Onze melk is duurder dan die uit de supermarkt, maar toch hebben ook mensen met een kleinere portemonnee het ervoor over. Het smaakt gewoon veel lekkerder. Ook komen mensen met hun eigen fles rauwe melk halen.”
Met 31 koeien, een melkverwerkingsinstallatie, kaasmakerij en sinds kort zelfs een verticale moestuin, is de Floating Farm een klein ecosysteem. Het is een plek waar hightech oplossingen en eeuwenoude boerenwijsheid samenkomen. “We zijn officieel een living lab”, legt Minke uit. De technologische ontwikkelingen trekken samenwerkingen aan met topinstituten zoals Wageningen en TU Delft. De boerderij blijft zich ontwikkelen. “Het is geweldig om te zien hoe innovaties hier steeds meer vorm krijgen.”
Een van de innovaties die veelbelovend is, is de mestscheiding. Door de urine en mest binnen drie uur van elkaar te scheiden, zorgt dit voor zestig procent minder stikstofuitstoot. En het gaat nog een stap verder. “We hebben zelfs technieken ontwikkeld waarmee we van de urine irrigatiewater maken en van de droge mest bouwmaterialen. Dit is nog pril, maar de potentie is enorm. We willen dit verder ontwikkelen om ook mineralen en stoffen uit de mest te halen voordat het als bouwmateriaal wordt gebruikt.”
Daarnaast wordt het Maaswater opgepompt en ontzilt zonder chemicaliën, maar met de warmte van mest. “Het is een bijna volledig zelfvoorzienend systeem.” Ook gebruiken we reststromen uit de stad, zoals bierbostel van de Stadshavenbrouwerij en sinaasappelschillen van supermarkten. Dat voeren we aan de koeien. Zo wordt de kringloop steeds uitgebreider.”
Los van alle innovaties blijft het welzijn van de koeien op de boerderij prioriteit nummer één. “Ze hebben schoon water, lekker eten, een melkrobot en een uitloop naar de weide. Koeien zijn sociale dieren en we zien echt dat ze het naar hun zin hebben door alle aandacht. Dat draagt ook bij aan de kwaliteit van de melk.” Want naast innovatielab is de Floating Farm ook een ontmoetingsplek. “We hebben zo’n 40 vrijwilligers. Van gepensioneerden die presentaties geven tot jongeren die kazen poetsen. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vinden hier ook een plek. Ik ben er trots op dat we naast living lab ook een social hub zijn geworden.”
Juist door de nabijheid van de stad kan de Floating Farm ook werken aan educatie en bewustwording.
Scholieren komen op bezoek, gezinnen bezoeken de winkel en tal van internationale delegaties komen langs. “We hebben hier iedereen gehad, van Duitse boerinnen die spontaan een hymne zongen, tot Chinezen die met al onze logo-tasjes en -shirts de deur uitgaan, tot een officieel bezoek van Europarlementariër Frans Timmermans en een privébezoek van Carola Schouten”, lacht Minke.
Internationaal trekt de Rotterdamse Floating Farm volop aandacht. “Van Aruba en Sint-Maarten tot Singapore en de Kaapverdische eilanden; overheden en organisaties zoeken naar oplossingen voor voedselimport, klimaatproblemen en zelfvoorziening. “Deze landen zagen ons op Euronews en willen nu rond de tafel. Dat is precies waar we het voor doen.”
Minke en Peter zijn bijvoorbeeld in Chicago betrokken bij een project dat vertical farming implementeert in leegstaande kantoren. “Weliswaar niet op het water, maar wel een duurzame oplossing om lokaal voedsel te produceren. Het voelt goed om leegstaande ruimtes een waardevolle invulling te geven.”
De Floating Farm is veel meer dan een boerderij; het is een wereldwijd verbreid symbool van Rotterdamse lef en innovatie. Met een team van 11 medewerkers en 40 vrijwilligers werkt Minke dagelijks aan een duurzamere toekomst. Maar die toekomst is onzeker. Gebiedsontwikkeling in M4H betekent dat de Floating Farm over een paar jaar moet verkassen. Maar waarheen? “Dat doet pijn,” zegt Minke. “We hebben hier iets unieks opgebouwd. De publiciteit voor Rotterdam is enorm. In één jaar tijd verschenen wereldwijd meer dan 520 artikelen in de media met een bereik van 1,5 miljard. Dat maakt me trots, want het zet Rotterdam op de kaart als duurzame innovatiehub. Als het aan mij ligt, blijven we in M4H om de toekomstige bewoners van dit unieke stadsdeel van vers en gezond voedsel te voorzien. Als plek waar iedereen welkom is en mee mag doen.”
Floating Farm droomt groot. Het team wil de komende jaren minstens vijf nieuwe boerderijen opzetten in het buitenland. “De tijd is er rijp voor”, concludeert Minke. “We krijgen zoveel aanvragen. De vraag is niet of, maar waar de volgende stap zal worden gezet.”
Zijn allereerste duik maakte Peter van Rodijnen (51) in het Australische Great Barrier Reef, een van de meest adembenemende duiklocaties ter wereld. Toch was het...
Lees het hele artikel Peinemann heeft zijn wortels diep verankerd in de Rotterdamse haven. Het familiebedrijf is sinds 1954 een pionier in de wereld van horizontaal en verticaal transport....
Lees het hele artikel