Brandbestrijding op de Noordzee

6 april 2023

Kees van den Berg is officier van dienst bij de brandweer. Zijn werkgebied is Rotterdam-Oost (OD9193). De officieren van dienst in dit gebied geven ook leiding aan MIRG.NL – de Maritime Incident Response Group. Deze eenheid rukt uit als er hulp gevraagd wordt op een schip op de Noordzee. En dan is hij ook nog lid van USAR. NL, het crisisteam dat helpt bij humanitaire rampen. Zo stond Kees na 6 februari op de puinhopen van de door een aardbeving verwoeste dorpen in Turkije. Waarom hij dit allemaal doet, is simpel: “Ik wil het verschil kunnen maken op het moment dat het nodig is.”

“Wij worden opgeroepen op het moment dat het er- gens in de wereld op zijn allerslechtst gaat”, vertelt Kees over de weken na 6 februari, toen een aardbeving stevig huishield op de grens van Turkije en Syrië. Al sinds de oprichting ervan is hij lid van USAR, het crisisteam dat via de Verenigde Naties kan worden opgeroepen acute hulp te verlenen in rampgebieden in binnen- en buitenland. “In de twintig jaar dat we bestaan, zijn we meerdere keren op missie geweest. Bij natuurrampen in Pakistan in 2005, Haïti in 2010 en Nepal in 2015 bijvoorbeeld. En in 2017 zijn we naar Sint-Maarten gegaan na die verwoestende orkaan om de infrastructuur te helpen herstellen. Het is heftig, maar mooi werk.”

De spullen van USAR liggen altijd klaar voor vertrek in een centrale loods. Kees heeft thuis altijd zijn paspoort, gele boekje en een toilettas binnen handbereik. “Als de toeter gaat, kunnen we vertrekken. En dan kom je soms in heftige situaties terecht. Neem Turkije. We kwamen in een totaal verwoest gebied. We konden twaalf mensen redden en we hebben andere zoekteams geholpen met aanwijzingen.” Even valt hij stil. “Als je kijkt hoe groot die ramp is… het is lastig niet te denken dat het een druppel op een gloeiende plaat is. Op individueel niveau beteken je veel voor een paar mensen en families, maar als je ziet hoe je het land achterlaat… De mensen hebben niets meer. Ze zijn bang voor naschokken en als er al iets van over is, durven ze niet meer hun woningen in.”

De wekker
Tien dagen is USAR in het gebied. “Wij zijn zelfvoorzienend, zodat we geen extra belasting vormen voor de mensen daar. Van eten tot een toilet, alles hebben we zelf bij ons. Na tien dagen zijn we wel door onze voorraden heen. En eerlijk, hoewel de wonderen de wereld nog niet uit zijn, is de kans dat je iemand na tien dagen levend onder het puin vandaan haalt minimaal.” Als het werk in Turkije erop zit, gaat Kees met zijn team naar Spanje. “Anderhalve dag redeployment. Even ontspannen, evalueren en indrukken verwerken. Er is ook een dokter die je medisch controleert en je kunt met een psycholoog praten. Het relativeert ontzettend om weer in die dagelijkse routine te komen. Maar eerlijk is eerlijk, toen ik in mijn tuintje onkruid stond te wieden, dacht ik onwillekeurig: wat sta ik hier te doen? Hoeveel geluk heb je dat je hier geboren bent?”

“Ik kan op individueel niveau in ieder geval het verschil maken in iemands leven.”

OD9193
Dat normale werk van Kees is bij de brandweer in Rotterdam-Oost. Hier is hij officier van dienst. In, zoals dat binnen de brandweer heet, gebied OD9193. De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) had al een brandbestrijdingsteam voor branden op schepen in de Rotterdamse haven. “Om de kennis en kunde over scheepsbranden effectief te organiseren, is alleen OD9193 met deze taak belast. Zo hoeven we alleen de zes officieren van dienst in dit gebied op te leiden en niet alle officieren. Wij stonden al aan de lat voor branden in de haven toen Rijkswaterstaat aanklopte met de vraag of wij als veiligheidsregio ook de taak van brandbestrijding op de Noordzee op ons wilden nemen. Of zo’n schip in de haven ligt of op zee dobbert, maakt natuurlijk weinig uit.”

“Ik heb liever dat we klaarstaan en niet nodig zijn, dan dat we te laat komen.”

Eerste prioriteit: containen
Wat gebeurt er nou precies als er op een varend schip brand uitbreekt? “Om te beginnen”, geeft Kees een disclaimer, “we worden gelukkig weinig opgeroepen. We zijn twee keer daadwerkelijk uitgerukt en we hebben een aantal keer gereed gestaan voor vertrek. Elk schip heeft alle voorzieningen aan boord om zelf branden te blussen. De crew is ook gewend zelf problemen op te lossen. Iedereen aan boord heeft een eigen rol als er een incident plaatsvindt. Ik zie regelmatig schepen aankomen waarop een brand gewoed heeft die vakkundig is bestreden door de bemanning. Maar als de kapitein het niet meer ziet zitten het alleen af te doen, kan hij een hulpvraag doen bij de Kustwacht in Den Helder. Wij hopen dat die waarschuwingen zo vroeg mogelijk komen, want er gaat wel enige tijd gemoeid met uitrukken als je per helikopter de Noordzee op moet natuurlijk. Mijn idee: ik heb liever dat we klaarstaan en niet nodig zijn, dan dat we te laat komen.”

Als het team van Kees uitrukt, is de eerste prioriteit een evacuatie te voorkomen. “Wij gaan erheen in een helikopter van de Kustwacht. Zeven of acht man per vlucht en maximaal twee vluchten. En daar zit meteen ook het probleem van een evacuatie. Je wil voorkomen dat er allerlei reddingsbootjes op zee dobberen, maar je kunt niet zomaar even drieduizend mensen per helikopter aan land brengen, dan ben je wel even bezig.”

Het idee is dus dat Kees en zijn team een brand ‘containen’: “Inperken, in de ruimte houden waar ze zich bevindt, zodat het schip op eigen kracht de haven kan bereiken. En natuurlijk blussen we als dat kan. Gelukkig komt het allemaal niet vaak voor. We hebben deze taak er in 2015 bij gekregen en zijn sindsdien twee keer uitgerukt. Dan kun je denken: waarom is dit nodig? Maar als het erom spant, wil je dat iemand je te hulp schiet.

En met duizenden scheepsbewegingen per jaar, wil je mensen paraat hebben. Belangrijk is vooral voldoende trainen. Gelukkig hebben we enkele scheepseigenaren die schepen ter beschikking stellen voor oefeningen, maar we zijn altijd op zoek naar meer partijen die bereid zijn te helpen. Oefenen vanaf een scheepstekening is toch echt anders dan als je op een schip rondloopt.”

Tuintje
In de woorden van Kees hoor je de passie voor zijn werk doorschemeren. “Voor mij zijn de USAR.NL en MIRG. NL krenten in de pap. Ik probeer me in die taken te verdiepen en mijn trainingen bij te houden. Kunnen ik en mijn team ervoor zorgen dat we het verschil kunnen maken op het moment dat het nodig is. Of het nou de bemanning of passagiers van een schip zijn, collega’s die je bijstaat of mensen die een enorme ramp meemaken. Als ik in mijn tuintje sta te wieden bedenk ik me daarom toch: ik kan op individueel niveau in ieder geval het verschil maken in iemands leven. En dat is waarom ik dit werk doe.”

Tekst

Sander Grip

Beeld

Megin Zondervan

Meer artikelen

Talenten van de toekomst

6 april 2023

Een voor een kozen ze doelbewust voor een opleiding aan het Scheepvaart en Transport College (STC). Met een diploma van het STC op zak gaat...

Lees het hele artikel

Een digitaal luchtafweergeschut in de Rotterdamse haven

13 september 2022

In een tijd waarin steeds meer digitaal gebeurt en waarin alles en iedereen met elkaar verbonden is, is het investeren in cyberveiligheid en digitale weerbaarheid...

Lees het hele artikel