Arjen Littooij begon zijn carrière als politieagent in de straten van Oostvoorne. Inmiddels is hij alweer elf jaar directeur van Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond (VRR). We spraken hem over zijn werk en ambities voor de VRR. En over al die ongevallen die nooit gebeurd zijn.
In Oostvoorne woont hij nog steeds. Dat prachtige kust- dorp vol historische monumenten en omgeven door natuurschoon. “Kijk je links, tref je duinen, strand, bos… Kijk je rechts, dan is daar de haven”, beschrijft Arjen. “Vroeger vond ik de haven een schril contrast met de prachtige natuur erachter, nu zie ik dat het bij elkaar hoort. We kunnen in dit land dingen doen door die haven. Het is een smeltkroes van bedrijven. Als ik door Europoort en Botlek naar werk of naar huis rijd, zie ik zoveel leven – er is van alles gaande.” Daarmee is de haven ook meteen het grootste risicogebied, meent de directeur. “Veiligheid is voortdurend een issue. Hoe zorg je dat we op die plek, waar ook zoveel mensen omheen wonen, veilig kunnen werken en leven?”
VOORKOMEN
Want dat is de taak van de VRR. Niet enkel voor de haven, maar voor de hele regio. We voeren het gesprek met Arjen Littooij op de 24e etage van het World Port Center aan de Wilhelminakade, waar het kantoor van de VRR geves- tigd is. De directeur slaat het zelfgebakken bananenbrood van zijn communicatieadviseur Matthijs, die zich bij het gesprek voegt, voor deze keer af. “Op een zekere leeftijd moet je een beetje gaan opletten. Voorkomen is beter dan genezen.” Hij neemt een slok van zijn koffie. Voorkomen is beter dan genezen; het is meteen ook zijn antwoord op de vraag wat de VRR voor onze haven doet.
“Het liefst zitten wij aan de voorkant. Alles begint al met veilig bouwen. Heel simpel: waar wordt er geparkeerd? Waar zitten de sprinklers? Hoe lopen de vluchtwegen, hoe is de bereikbaarheid? We zijn betrokken bij de vergun- ningen en zorgen nadien voor toezicht en handhaving op veiligheid. Dat laatste doen we samen met DCMR en de arbeidsinspectie. Soms treden we op. Dat kan met een advies zijn, maar ook vergaand. Denk maar aan Odfjell, de Noorse rederij die in 2012 de deuren in Rotterdam moest sluiten wegens erbarmelijke veiligheidsmaatregelen. Dat is natuurlijk een uiterste, maar ook dat is soms nodig.”
“Voorkomen is beter dan genezen.”
Dat brengt hem meteen op zijn grootste leermoment van de afgelopen jaren. “Brandveiligheidssystemen waren niet op orde, pakkingen waren verouderd, lekkages van vele kubieke meters giftige, brandbare en explosieve stoffen…”, somt hij op. ”Hier leerde ik dat veiligheid vooral ook een attitude is. De directie vertelde in een van de eerste gesprekken dat alles goed was geregeld – hij had een prima verhaal. Toen we na die afspraak terugliepen, hielden we even een zeefje bij de buisleiding en… dat kwam vol met roest te zitten. Soms lijkt het aan de buiten- kant allemaal prima, maar wat speelt er binnen? Na Odjfell leerde ik dat we veel verder en dieper moeten kijken én elkaar ook altijd moeten durven aanspreken. Want als het misgaat, treft het ons allemaal.”
DUUR
In zijn elf dienstjaren maakte de directeur veel verande- ringen van dichtbij mee. En vaak gaan die veranderingen snel of worden ze door ‘nood’ gedreven. Arjen: “Op het gebied van technologie gebeurt er natuurlijk veel, maar denk ook aan de pandemie, waarmee de haven zich in zeer korte tijd anders moest organiseren. Of de oorlog in Oekraïne, waardoor gas nu via andere wegen de Rotter- damse haven binnenkomt. Shell gaat in het havengebied de grootste waterstoffabriek van Europa bouwen, Neste wil hier een grote fabriek voor biobrandstoffen neerzetten. En dan is er nog het Porthos-project.” Arjen buigt naar voren, vervolgt stelliger: “Maar veiligheid mag nooit het ondergeschoven kindje zijn. Dat is het soms wel. Dat brengt mij in een lastige positie, want ik moet dan een oordeel vellen over iets wat er al ís. Ik wil aan de voor- kant betrokken zijn in plaats van achteraf te moeten repa- reren.” Hij leunt weer achterover, zijn punt gemaakt. “Denk eens terug aan die brand in een opslagtank in Houston.
De hele stad stond onder de zwarte rook, men wist niet hoe het uit moest. Hoe zit dat bijvoorbeeld met waterstof? Daar weten we nog weinig van. Wij willen aan de voorkant meedenken en maatregelen met betrekking tot veiligheid bespreken, zodat je bij incidenten meteen kunt ingrijpen.” Nadenken over veiligheid kost tijd, antwoordt Arjen op de vraag wat dat tegenhoudt. “En inderdaad, soms krijg je een ‘nee’. Maar goed nadenken en inzetten op veiligheid verdient zich terug. Ik zeg altijd: If you think safety is expen- sive; try an accident.”
ONGELUK MET DE WATERTAXI
In de elf jaar bij de VRR bleven de incidenten die zijn ‘eigen’ mensen raakten hem het meest bij. Arjen herinnert zich de brandweerman in Zuidhoek die ternauwernood uit een pand werd gered. Of die keer in de Koningin Wilhelminahaven, waar een ploeg ingesloten raakte. De volgende dag ging Arjen op de kazerne langs om de mannen een hart onder de riem te steken.
Maar ook de grote incidenten kan hij opdreunen. De lekkende olietanker, inmiddels wel bekend als het ‘zwanenincident’ omdat honderden zwanen besmeurd raakten. Het vliegtuigje dat neerstortte in het water, niet ver van het terrein van BP. Twee treinen die op elkaar klapten onder het viaduct bij Barendrecht. Moet hij doorgaan? Toen de watertaxi op 21 juli dit jaar tegen een rondvaart- boot botste en omsloeg, zat hij op meldkamer. “Dan zie je hoe snel deze organisatie opschaalt. De hele meldkamer was alert. Even lijkt er chaos, een moment later doet iedereen precies dat wat moet gebeuren. Er gingen drie duikteams naar de Erasmusbrug, aan de kade stonden tien ambulances – we wisten toen nog niet hoeveel mensen er in het water lagen. Alles werd perfect gecoördineerd. Er was contact met het Havenbedrijf, de politie en ook met de watertaxi. Ik was altijd al trots op onze club, maar nu ik er weer met mijn neus bovenop stond, is die bewondering alleen nog maar toegenomen.”
Arjen Littooij praat het liefst over alle ongevallen die niet gebeurd zijn, want dat is niet vanzelfsprekend. ”Dat verschil maken we aan de voorkant”, verklaart hij. “Wat je zelden doet, doe je zelden goed. Alleen door veel oefenen kun je een incident te lijf gaan. We trainen niet alleen onderling, maar ook op de bedrijven en terminals. Korte lijnen doen de rest. Ik zeg altijd: als je elkaars nummer niet hebt, kun je niet bellen. Dus zorg dat je elkaar spreekt en telefoonnummers uitwisselt. Dan ben je in het geval van een incident een tele- foontje verwijderd. Dat kan een groot verschil maken.”
“If you think safety is expensive; try an accident.”
AANDACHT
Hoe voelt het om de veiligheid van de gehele regio Rotter- dam-Rijnmond onder je verantwoordelijkheid te hebben? Arjen lacht. Hij heeft nog nooit een nacht wakker gelegen, vertelt hij desgevraagd, maar het is wel een enorme verant- woordelijkheid. “Ik doe het niet alleen. 2300 mensen werken dag en nacht met hart en ziel aan veiligheid. We hebben veel expertise in huis en bovendien een goed bestuur. Burgemeester Aboutaleb, onze voorzitter, heeft veiligheid hoog in het vaandel, ik hoef zaken nooit te bevechten.”
Arjen werd geboren in Brabant. Tijdens zijn vijftien jaren bij de politie besloot hij eerst Rechten en daarna Bestuurs- kunde te studeren. Hij maakte een overstap naar de gemeente Rotterdam, waar hij uiteindelijk directeur veilig- heid werd. Wat neemt Arjen mee van die ervaring? “Dat het gebeurt op straat”, besluit hij. “Toen ik als agent werkte, leerde ik hoe belangrijk het is om je gesteund te voelen, juist ook als je een slechte dag hebt of als er fouten zijn gemaakt. Je wilt voelen dat je werkgever achter je staat en je bovendien in staat stelt te blijven groeien. Daar zet ik me voor in. Ik wil ook graag zien en voelen wat onze mensen meemaken, waar ze tegenaan lopen. Daarom kijk ik graag mee op de meldkamer, of rijd ik een dag mee met de ambulance. En na een heftig incident ga ik altijd even langs bij de ploeg.” Hij glimlacht, heft zijn handen even: “Zij doen het werk. Ik hoef alleen maar aandacht te geven. Ik heb eigenlijk de simpelste baan van de wereld.”
Ik hoor weleens verhalen. Van procesoperators die wel wíllen opklimmen naar een volgende positie, maar te horen krijgen dat er geen volgende stap meer is....
Lees het hele artikel Als je mij 4 jaar geleden zou vragen of ik ooit columns zou schrijven, dan had ik direct met ‘nee’ geantwoord. En zie mij nu...
Lees het hele artikel