”Ik kan alleen maar trots zijn op de Rotterdamse haven”

21 juli 2020

Stilstaande fabrieken, minder containers, dreigende faillissementen en werkloosheid; de Rotterdamse haven staat sinds de uitbraak van corona voor enorme uitdagingen. Met een toegevoegde waarde van € 45,6 miljard, (6,2% van het Nederlandse bruto binnenlands product) en 385 duizend arbeidsplaatsen, heeft de haven een vitale functie voor de regio Rotterdam, voor de BV Nederland en voor Europa. Het is daarom van groot belang dat de haven doordraait.

Onze Haven ging in gesprek met Allard Castelein, CEO van het Havenbedrijf Rotterdam, over alle genomen maatregelen én alvast een blik vooruit.

We ontmoeten Allard Castelein eind van de middag in het café van het Maritiem Museum. De horeca is net twee dagen geleden weer opengegaan en zowel personeel als bezoekers zoeken zich nog een weg in de nieuwe realiteit van de anderhalvemetersamenleving . Hier om de hoek is de CEO de hele middag in de weer geweest met een vlog over de start van de bouw van het Leuvepaviljoen, waarin het Havenbedrijf volgend jaar een haveninformatiecentrum gaat openen. Een lange dag, kortom, maar Castelein is nog even kwiek en opgewekt als hij aanschuift en een kop koffie bestelt.

Hij is tevreden, antwoordt hij desgevraagd, over hoe de haven en het Havenbedrijf Rotterdam draaien in deze ongekende tijden. “Natuurlijk heeft de crisis veel implicaties voor heel veel mensen. Hoe gaat de haven eruit zien en hoe richten we ons bedrijf straks in, die vragen houden iedereen bezig.”

U heeft vanaf dag één het corona havenoverleg geïnitieerd. Hoe gaat dat?
“De hele keten is bij dat overleg betrokken. Alle loodsen, douane, containerterminals, droge bulk, natte bulk, Deltalinqs, cargadoorsvereniging VRC, achterland verbindingen, depots… Het doel: hoe kunnen wij, als vitale infrastructuur, Nederland blijven voorzien en een betrouwbare partner zijn in de logistieke keten. Wekelijks checken we met elkaar of alles helder is, of er vragen of problemen spelen, of alle gezichten één kant opstaan.”

Desondanks hebben alle sectoren het zwaar te verduren, benadrukt Castelein. “Door de hele lage olieprijs gebeurt er in de offshore op dit moment weinig. Er is een terugval in de kolen, omdat de kolencentrales uit staan. Raffinaderijen hebben het zwaar omdat er minder kerosine voor vliegtuigen nodig is en auto’s minder rijden. Voor alle partijen heeft de crisis forse implicaties. Gelukkig zijn er ook positieve uitzonderingen, de offshore windsector en de chemie bijvoorbeeld.”

Het Havenbedrijf ziet wel wat bewegingen in de markt, maar voor dit kwartaal zit de haven nog op een daling van twintig à dertig procent, conform de eerder uitgesproken verwachting. Castelein: “Over het hele jaar zal dit tien à twintig procent zijn. Maar ik zie dat we sterk genoeg zijn om hieruit te komen. Ik heb hoop en vertrouwen dat we straks weer vooruit zullen gaan.”

“Uiteraard is de overheid eerste aan lat, maar als dat niet toereikend is, willen wij er zijn. In deze tijd moeten we als Havenbedrijf invoelend en empathisch zijn.”

Hoe helpt het Havenbedrijf de partijen die moeite hebben om overeind te blijven?
“Uiteraard is de overheid eerste aan lat, maar als dat niet toereikend is, willen wij er zijn. In deze tijd moeten we als Havenbedrijf invoelend en empathisch zijn. Met Deltalinqs en de VRC hebben we afgesproken dat de betaling van het zeehavengeld in bepaalde gevallen kan worden uitgesteld. Ook kunnen individuele bedrijven in de haven uitstel vragen van de huurbetaling. Alle aanvragen worden besproken en waar nodig en mogelijk steken we de helpende hand uit.”

De Rotterdamse haven is altijd sociaal en veerkrachtig geweest. Hoe ervaart u dat nu?
“Juist nu komt dat heel sterk naar voren. Het is een Rotterdams cliché; schouders eronder, schouder aan schouder, maar een cliché bestaat niet voor niks. Er heerste vanaf dag één een gevoel van ‘dit gaat ons niet gebeuren, we gaan niet aan klanten vertellen dat we geen schip kunnen binnenhalen, vastleggen of niet meer kunnen laden of lossen.’ We wíllen allemaal die betrouwbare partner blijven. Een mooi voorbeeld vind ik het schip van Maersk. Die was onderweg naar een hele andere haven en had een besmet persoon aan boord. Alle havens weerden het schip en haar bemanning, maar in Rotterdam waren ze welkom. We wilden die jongens niet laten zitten. Dus we zijn met z’n allen aan de slag gegaan om zaken goed en veilig te regelen en hebben het gefikst. Die trots, saamhorigheid en passie vond ik vreselijk mooi om te zien. In Rotterdam werken we met ons hart en durven we te ondernemen. Dat was een mooie bevestiging, juist in deze zware periode.”

Hoe zien uw dagen er nu uit?
“Ik ben heel veel aan het videobellen, met CEO’s, hoofdkantoren van rederijen.… Om te zien hoe het gaat, of we nog iets kunnen betekenen, maar ook om te bevestigen dat we er nog zíjn en graag helpen om problemen op te lossen.”

Ik heb ook nauw contact met bedrijfsleven en overheid, om te kijken hoe we kunnen blijven investeren in een duurzame toekomst van de haven. Er lopen op dit moment prachtige projecten in de haven. Denk aan het Rotterdamse Porthos-project voor de afvang en onderzeese opslag van CO2 – dit project is van cruciaal belang voor de kabinetsdoelstelling van 49% minder CO2-uitstoot in 2020. Of aan het onbemand containervervoer over de Container Exchange Route op de Maasvlakte. Onlangs richtten we ZES op: een bedrijf dat de binnenvaart verduurzaamt door verwisselbare batterijcontainers te verhuren aan binnenvaartondernemers. Juist nu moeten dit soort duurzame, innovatieprojecten doorgaan. We stellen ook voor aan de regering om dit soort zaken naar voren te halen, juist omdat je hiermee de klimaatdoelstellingen kunt halen en de economie én de haven straks weer versterkt.”

U overlegt ook regelmatig met andere havens. Hoe onderscheidt Rotterdam zich?
“We hebben natuurlijk allemaal dezelfde problemen. We zitten feitelijk in hetzelfde schuitje. Met elkaar delen we informatie, houden de keten zo goed als mogelijk in stand. Dat is een heel collectief gebeuren. Wat Rotterdam onderscheidt, is de gemeenschappelijk gedragen samenwerking tussen publiek-private partijen. In Rotterdam hebben we alle partijen bij elkaar en dragen we als één gezicht één boodschap over aan de overheid en andere stakeholders. Die ketenbrede interactie heb ik nog nergens anders gezien.”

Tot slot: als CEO van het Havenbedrijf rust er een grote verantwoordelijkheid op uw schouders. Een groot deel van de toekomst hangt af van onze haven. Hoe gaat het met u? Slaapt u zelf nog een beetje?
Lachend: “Ja, gelukkig wel. Weet je, ik ben nog gezond, mijn naasten en collega’s zijn gezond. Natuurlijk is het de vraag hoe we straks zullen gaan werken – ik verwacht dat het kantoorleven nooit meer hetzelfde zal zijn en dat thuiswerken en videobellen waar mogelijk de nieuwe norm zullen worden. Maar ik zie vooral heel veel daadkracht en saamhorigheid, dat zit verankerd in de Rotterdamse mentaliteit. Daar kan ik alleen maar trots op zijn. De weg terug zal niet makkelijk worden, maar ik ben ervan overtuigd dat we er zullen komen.”

 

Tekst

Karin Koolen

Beeld

Ernst Bode, Eric Bakker

Meer artikelen

Roy Romeijn: “Ik wil niet op een tassie”

29 juli 2020

Zijn vader, de rots in zijn branding, had echte zeebenen en voer de hele wereld over. Kraanmachinist Roy Romeijn (45), beter bekend als de Rotterdamse...

Lees het hele artikel

Reisverslag van de slimste container

3 januari 2020

Een twee jaar durende reis om de wereld: van Rotterdam naar München, door Azië, via het Midden-Oosten en Zuid-Europa, dwars door Amerika en ten slotte...

Lees het hele artikel