Het gevoel dat Freek van Arkel vroeger had als hij met een emmertje en een schepje naar het strand ging. Precies dat gevoel heeft hij nu als hij met zijn camera afreist naar de Rotterdamse haven. Wat hij precies gaat maken, weet hij niet. Hij laat zich leiden door het weer, het licht en het toeval. “De beste foto’s bedenk je niet van tevoren vanachter een bureau. Ze ontstaan ter plekke voor je lens. Je moet alleen wel weten waar je moet kijken.”
En dat weet Van Arkel als geen ander. Ruim 25 jaar ‘scharrelt’ hij regelmatig in de haven rond op zoek naar beelden, al dan niet in opdracht van bestuurders van de haven. Het is zijn de grootsheid en veelzijdigheid van deze ‘enorme economische machine’ die hem mateloos boeien. “Alles is er groots en massaal. Kijk alleen al naar de totale lengte van het havengebied. Ruim 40 kilometer! Het is een stad op zichzelf maar dan zonder bewoners, een werk-universum met alleen werkende mensen en industrie.”
In dat universum ziet hij ook de uitzonderlijke landschappen die zich aftekenen, tijdelijke landschappen die voortdurend veranderen. Zoals containers die als wolkenkrabbers in de lucht steken, kolen en ertsbergen die als mini-vulkanen omhoog rijzen en stalen buizen die samen een bos vormen. De poëzie van de fotograaf, noemt Van Arkel het. “Alles in de haven is puur functioneel, maar een fotograaf ziet er ook romantiek in. Neem die enorme containerkranen. Als ze bewegen krijgen ze iets beestachtigs. Zoiets zul je een havenwerker niet snel horen zeggen.”
In 1986 studeerde Van Arkel af aan de kunstacademie Willem de Kooning. Hij begon zijn loopbaan als freelance fotograaf voor onder andere de Volkskrant en Trouw. Al snel werd ook het Gemeentelijk Havenbedrijf zijn vaste opdrachtgever. Van Arkel: “In die tijd was het niet zo gebruikelijk dat een oud-student van de kunstacademie voor de gemeente ging werken. De meeste van mijn studiegenoten waren ‘uiterst links’ en schopten liever tegen het establishment dan dat ze ermee samenwerkten. Maar ik zag de haven wel zitten als nieuw werkterrein.”
Het was een spannende, dynamische tijd voor de haven. Het klassieke stukgoed, waarbij de lading in kisten, zakken en vaten werd vervoerd, verdween in rap tempo. De stuwadoorsbedrijven kregen steeds meer te maken met containerschepen. “Met het verdwijnen van het stukgoed, verdwenen ook de havenwerkers met rollende spierballen. Ik heb één foto van de Müllerpier van vóór deze automatiseringsslag. Je ziet een aantal mannen een vrachtwagen in- of uitladen, zak voor zak. Dat beeld keert nooit meer terug.”
Dikke kans dat de foto’s die hij nu maakt over 30, 40 jaar ook voltooid verleden tijd zijn. De automatisering van de containeroverslag is immers volop in ontwikkeling. Van Arkel zit er al zoveel jaar met zijn camera pal bovenop, dat deze overgang van mens naar machine als vanzelf een terugkerend thema is in zijn werk. Hij spiegelt automatisering aan noeste arbeid. Of laat juist zien wat moderne arbeid is. Kraandrijvers versus mensen in controlekamers die met een joystick gigantische apparaten bedienen.
Havenfotograaf
Hoe hij de toekomst van de haven voor zich ziet? “Ik denk dat het één groot logistiek proces wordt, uitgevoerd door intelligente machines. Fotografisch gezien, is dat natuurlijk interessant. Zo’n proces geeft nieuwe mogelijkheden voor ideeën en daagt uit om anders te kijken.
In de voortdurend veranderende wereld die de haven is, houdt de fotograaf in ieder geval vast aan één ding: hij wil foto’s maken die tot de verbeelding spreken. Plaatjes van ‘lachende mensen in schone kleren’ vindt hij niet interessant. In opdracht maakt hij wel eens dat soort portretten, maar liever gaat hij op zoek naar een bepaalde gelaagdheid. Wie door zijn boek ‘Report Rotterdam’ bladert, begrijpt wat hij bedoelt. Je krijgt een idee van de schaal van het werk dat in de haven wordt verricht: de grootte van de schepen, het formaat van de kades en de opslag van de transportfaciliteiten direct erachter. Tegelijkertijd zie je het persoonlijke handschrift van de fotograaf die met onafhankelijke blik de tijdsgeest of een gevoel probeert te vatten.
Overigens ziet Van Arkel zichzelf niet als een havenfotograaf pur sang. “Als je maar vaak genoeg in de haven komt, krijg je automatisch dat stempel opgedrukt. Aan de andere kant, doordat ik er al zo lang kom, weet ik hoe het is om in de haven te zijn. Die beleving probeer ik over te brengen in beeld. Zo wil ik havenwerkers anders naar hun omgeving laten kijken; de mensen van het Havenbedrijf laten zien waarvoor ze werken en de mensen die aan de waterweg wonen een inkijkje geven in dat enorme achterland waarop ze uitkijken. Nu ik er zo over nadenk, misschien is dat juist wel de definitie van een havenfotograaf. Maar of ik dit daadwerkelijk ben, laat ik over aan het oordeel van anderen.”
Dat Hester Duursema, algemeen directeur van BLN-Schuttevaer, hart voor haar werk heeft, staat als een paal boven water. Ondanks een fikse verkoudheid stond ze erop...
Lees het hele artikel “Het is vijf voor twaalf. Kill your darlings moet vanaf nú het beleid zijn van de Rotterdamse haven. Die moet zichzelf kannibaliseren voordat een ander...
Lees het hele artikel